CuBra

INHOUD GUIDO DE WIJS
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO
SPECIAAL
BRABANTS

Gepubliceerd in de (Algemeen Dagblad-) Amersfoortse Courant op woensdag 21 juni 2006.

Guido de Wijs - Brabantse columns

 

Opvouwen

Ze houdt het sierkleed onhandig vast. Daar staat ze, in haar lange jurk. Met haar witte schoenen vol natte grassprieten. Mijn Tante Mies uit Tilburg, tweeënnegentig jaar. Krachtig en broos tegelijk. Ze staat in de motregen op een slordig gemaaid veldje van Lelystad Airport. Het is stil. Hier staat een bedroefde moeder. Het hoofd voorover gebogen, de hand aan de kin, de wijsvinger tegen haar onderlip. Ze kijkt bedachtzaam naar de bronzen plaquette op een grote steen. Zojuist onthulde zij dit herdenkingsmonument. Ze leest voor zichzelf de namen die daarop staan. Negen namen. De voorlaatste naam is die van haar dochter. Ze leest ‘Ingrid van der Vliet, 1ste stewardess’. Ja, dat is ze. Tante Mies kijkt en wij staan om haar heen en kijken naar haar. Haar jongste zoon gaat nu naast haar staan. Hij beschermt haar met zijn paraplu. De liefde druipt ervan af. Hun gedachten gaan naar december 1974. Ingrid had zojuist aan haar moeder gevraagd: "Als de telefoon gaat, niet opnemen hoor, ze beginnen misbruik te maken van mijn dienstbaarheid". Toen ging de telefoon en Ingrid nam in een impuls op. Het was Martinair, of Ingrid wilde invallen voor een zieke stewardess. Ze aarzelde even maar het verzoek was dwingend. Toen hoorde ze zichzelf ineens ‘ja’ zeggen en pakte ze plichtsgetrouw haar koffertje in. Ze vertrok. Het zou haar laatste reis worden. Op vier december 1974 vloog haar vliegtuig met 191 inzittenden tegen de bergen op Sri Lanka te pletter. Alle passagiers en de negen bemanningsleden kwamen om. Van Ingrid is nooit iets teruggevonden. Pas gisteren werd de plaquette voor die bemanning onthuld. Daar staat Tante Mies. Met het sierkleed in haar linkerhand. Haar zoon fluistert haar toe: ‘Mam, je hoeft dat kleed niet op te vouwen, hoor’. Ze glimlacht een schuin mondje en snift. Sommige tranen stollen nooit.