INHOUD VEUGELTJES VANGEN
INHOUD VAN RIJSWIJK
CUBRA HOME
 

!

Beste lezer, kennis van tradities is een waardevol bezit, maar zo ook de Brabantse natuur. Graag wijzen wij u er daarom op dat het vangen en in bezit hebben van inheemse vogelsoorten en het toepassen van beschreven vangmethoden verboden en strafbaar zijn (artikel 11.37 en 11.40 Besluitactiviteiten leefomgeving).

Henk van Rijswijk & Karel Hermans

Vogeltjes vangen en ervan genieten

De kunst om vogels te vangen met behulp van slagnetten is al oud en werd in eerste instantie vooral beoefend om een welkome aanvulling op het menu te verkrijgen en in mindere mate als een aardig tijdverdrijf. De meeste van de gevangen vogels, voornamelijk vinken, leeuwerikken en lijsters eindigden hun leven in de pan of aan het spit. Maar in heel veel woonhuizen hingen ook meerdere zangvogeltjes. En er werd ook met die vogeltjes gespeeld door de kinderen. Vooral in de 16e en 17e eeuw stond het vinken in hoog aanzien. Afbeeldingen uit die tijd laten al netten zien om vogels te vangen evenals trechterkooien om hoenderachtige te vangen. Bekend was toen ook al de eendenkooi. We kwamen in het bezit van een prachtige publicatie uit 1938 over het gelegaliseerde vogeltjesvangen rond 1900 en de jaren daarna. De schrijver had op dat moment een ervaring van ruim dertig jaar met het vangen van vogels, voornamelijk vinken voor de consumptie. Hij had vogeltjesvangen als beroep en was in dienst bij de eigenaar van de zogenaamde "vinkenbaan". De publicatie is genaamd "Vogeltrek en Vinkenbaan" en was via de bibliotheek in de Reeshof te krijgen bij de Universiteit van Amsterdam. De publicatie is in zijn geheel overgenomen. Destijds was deze publicatie in boekvorm te krijgen voor 50 cent.

In het begin van de twintigste eeuw waren in Tilburg nog een viertal erkende vogeltjesvangers actief die hun buit, voornamelijk bestaande uit sijsjes, putters, kneuters, vinken, groenvinken, geelgorzen (schrijvers) en merels, op de zaterdagse vogeltjesmarkt aan het begin van de Koningswei aan de man brachten. In 1910 kostte een vink daar 5 cent maar dan had je wel "unne waol" een in de winter gevangen vink op doortrek die een korte, voor vinkenliefhebbers onacceptabele, slag laat horen. Kees Bekkers kocht daar zijn eerste vink toen hij 5 jaar oud was. Hij woonde toentertijd naast een erkende vogeltjesvanger die hem aanbood om zijn vink om te ruilen voor een betere zanger omdat het gezang van zijn vink kennelijk niet om aan te horen was. Er waren natuurlijk ook veel vogeltjesvangers actief die voor eigen gebruik en gebruik door vrienden en kennissen gingen vangen. Het vangen van wildzangvogels was het meest in trek en tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven, hoewel regelgeving, hoge boetes en voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen na een proces verbaal de animo wel wat verminderen. Die boetes voor het zogenaamd illegaal vangen van vogeltjes staan in geen enkele verhouding tot de boetes die worden opgelegd voor zaken die regelrecht met de veiligheid van mensen hebben te maken. Geen enkele overheid zal overigens in staat zijn om deze sport van het "veugeltjes vangen" uit te bannen. En dat zou ze ook niet moeten willen. Want je hebt hier te maken met een betrekkelijk kleine overtreding van goedwillende mensen die niemand in deze maatschappij kwaad doen en alleen bezig zijn met een stukje goedkope liefhebberij. Daarbij komt dat Europees gezien er zo’n enorme verschillen zijn in de wetgeving dat de nederlandse wetgeving als onredelijk en oneerlijk wordt beschouwd. Bovendien worden naar de verschillende diergroepen en bevolkingsgroepen ook andere normen gehanteerd. De gewone man mag geen vogeltjes vangen, maar als je van koninklijken bloede bent mag je zelfs herten en wilde zwijnen voor je plezier bejagen. Maar nu terug naar de verhalen uit de overlevering betreffende het vangen van vogeltjes en de daarbij gehanteerde technieken. Ook het houden van vogels, het kweken en het genieten van de zang komt daarbij ter sprake. Erkende liefhebbers hebben over hun voorkeuren en gewoontes verteld. We besteden ook aandacht aan de verschillende manieren van verzorgen van de gevangen vogels, maar ook aan de fraaie staaltjes huisvlijt die uitmondden in prachtige kooien en vanghulpmiddelen. Verschillende erkende "oude" vogeltjesvangers hebben ons de technieken verteld en daarbij kwamen natuurlijk ook hele mooie en opvallende verhalen boven tafel. We kwamen te weten dat bepaalde soorten vogels op bepaalde tijden van het jaar het beste kunnen worden gevangen. Wat je ook wilt vangen, altijd zal er veel tijd gaan zitten in het observeren van de vogels om de juiste tijd te kunnen bepalen voor het daadwerkelijk vangen. Vogeltjesvangers zijn mensen die veel tijd in bos en veld doorbrengen en hun ogen en oren goed de kost geven. Een vogelvanger is naast een vakman ook iemand die recht op zijn doel afgaat en heel doortastend is. Hij ziet kans om telkens opnieuw zijn angsten te overwinnen. Vogeltjes vangen is geen bezigheid voor snel schrikkende mensen. Elke vogelvanger is ook een creatieve mens die weleens wat van een andere vanger kan leren maar dikwijls zijn eigen methoden moet zien te ontwikkelen want men beschouwt elkaar onderling als concurrenten. En het zijn vaak specialisten op een of enkele vogelsoorten. Je hebt echte vinkenvangers maar ook echte kneutervangers en bij die specialisten hoor je de meest verfijnde kneepjes van het vak. We hebben ook kennis kunnen nemen van de mening en de ervaringen van een politieman die 17 jaar lang deel heeft uitgemaakt van het jachtdetachement van de rijkspolitie en als zodanig dag en nacht achter stropers en vogeltjesvangers heeft aangezeten. Hij heeft in 1979 zijn ervaringen vastgelegd in een boek dat de toepasselijke naam "HALT POLITIE" meekreeg. Wij zullen u die informatie niet onthouden en er regelmatig op relevante plaatsen uit citeren. Tijdens het doorlezen van heel veel publicaties die met de vogelsport te maken hebben, zijn we ook veel interessante zaken tegengekomen die weliswaar niet zo veel met het onderwerp "veugeltjes vangen" te maken hebben maar wel met het verzorgen van vogeltjes en het plezier daaraan beleven en ook leuk zijn om te weten en daarom hebben we die ook opgenomen. Prachtige verhalen hebben we in dit verband ook gevonden in "Het Vogeljaar" deel 1 en 2 van Dr. Jac. P. Thijsse (1865-1945). Hij noteerde op verschillende plaatsen de vogelzang in notenschrift. Vierentwintig verschillende soorten vogels zullen wij in het volgende verhaal bespreken. Voordat we daaraan beginnen is een advies van Jac. P. Thijsse op zijn plaats.

"Meen niet dat de vogels u al aanstonds alle mooie dingen zullen vertellen. Dat komt eerst na jarenlange omgang, doch van het eerste ogenblik af zal de kennismaking u stellig wel behagen. Maar beloof me om geen luidruchtig gezelschap mee te nemen. Het beste is om er in uw eentje op uit te gaan. Ik heb op eenzame tochten altijd het meeste gezien, overdacht en genoten. Ik zou altijd maar grauwe kleren aandoen, waar weinig aan te bederven is, en goede dichte schoenen. En soms is het ook gewenst om een stukje zeildoek mee te nemen om daarop te kunnen zitten of knielen zonder last te krijgen van de vochtige bodem. Wie de vogels in de vrije natuur goed en gemakkelijk zien wil, moet er voor zorgen om de zon achter zich te hebben of van opzij. Dan zijn de kleuren het gemakkelijkst te onderscheiden."