INHOUD VEUGELTJES VANGEN |
INHOUD VAN
RIJSWIJK |
CUBRA
HOME |
|
!
Beste lezer, kennis van tradities is
een waardevol bezit, maar zo ook de Brabantse natuur. Graag
wijzen wij u er daarom op dat het vangen en in bezit hebben van
inheemse vogelsoorten en het toepassen van beschreven
vangmethoden verboden en strafbaar zijn (artikel 11.37 en 11.40
Besluitactiviteiten leefomgeving). |
- Vink
-
Keep
- Kneu
- Distelvink
- Sijs
- Barmsijs
- Groenling
- Geelgors
- Goudvink
- Frater
- Europese kanarie
-
Nachtegaal
- Zwartkop
- Zanglijster
- Merel
- Veldleeuwerik
-
Pestvogel
- Europese kwartel
|
Henk van Rijswijk & Karel Hermans
Europese tortel
(Streptopelia turtur)
De tortelduif is een echte zomergast in onze streken die pas laat in
het voorjaar, namelijk in mei, verschijnt en vroeg in het najaar,
namelijk in september, al weer vertrekt. Het vliegpatroon is snel en
rechtlijnig. Deze duif komt in geheel Europa voor en ze houden zich
graag op in lichte loofbossen en gemengde bossen. Bij voorkeur aan de
zonnige bosranden. Hagen en houtwallen in een landbouwgebied zijn
aantrekkelijk voor deze duif. Ze bouwt een ijl takkennest in bomen en
struiken niet al te hoog. Het is erg moeilijk om hun nest dat bestaat
uit zeer fijne dorre takjes te ontdekken. Het wordt met zo weinig
materiaal gemaakt dat u het niet voor mogelijk houdt. Alleen wanneer er
jongen zijn of als er een van de ouders roerloos op het nest blijft
zitten kunt u het beter ontdekken. Maar dikwijls zult u de oudervogels
niet op het nest aantreffen want ze hebben de eigenaardige gewoonte om
van het nest weg te sluipen als ze je horen aankomen. Kennelijk om het
nest niet te verraden. Dat gebeurt ook in gevangenschap. Ze hebben
slechts een korte tijd om te broeden en meer dan twee legsels zitten er
niet in. Met een broedtijd van 13 of 14 dagen komen de jongen ter wereld
en worden dan ongeveer 8 dagen met kropmelk gevoerd. De lege eierschalen
worden heel ver van het nest weggebracht. Binnen 3 weken vliegen de
jongen uit en die worden dan nog tijdje door de ouders gevoerd ook al
zijn die al aan een volgend legsel begonnen. Vroeger heb ik ze met onze
pa wel eens uitgehaald uit het nest en met de mond grootgebracht. Dat
gaat vrij goed. Een andere methode is om de eieren uit te halen en onder
een lachduifje (Oost Indisch duifje werd vroeger gezegd) groot te
brengen. Dat gaat probleemloos. Eenmaal in de kooi opgegroeid gaan ze
vrij gemakkelijk tot broeden over en in ieder geval leggen ze bevruchte
eieren zodat die weer verlegd kunnen worden. De doffers maken een heel
zacht melodieus koerend geluid. Een traag weemoedig roer, roer, roer dat
als je het eenmaal kent niet meer zult vergeten. Het is een genoegen om
er in de natuur naar te luisteren. Helaas komen ze in onze streken de
laatste jaren wat minder voor. Maar op vakantie b.v. in de Pyreneeën en
in Griekenland zijn ze nog veelvuldig te horen. Ook een doffer alleen in
gevangenschap zal zeker koeren en vermoedelijk nog wel meer dan met een
duivin erbij. Maar in de winter is een doffer alleen vrij vervelend. Hij
is in verband met de trekneigingen steeds bezig om te proberen uit de
kooi te geraken. Met een duivin erbij blijft hij veel rustiger. Wij
waren nog getuige van een mooi kunststukje. Een oudere kweker van veel
tortelduiven stelt met behulp van een pendel vast of hij met een doffer
of met een duivin heeft te maken. We moeten nog eens uitproberen of
wijzelf dat kunstje ook kunnen uitvoeren. Bij een doffer gaat de pendel
heen en weer slingeren en bij een duivin gaat die rondjes draaien. Die
pendel ziet er uit als een koperen staafje aan een touwtje.
|
|
|