INHOUD VEUGELTJES VANGEN
INHOUD VAN RIJSWIJK
CUBRA HOME
 

!

Beste lezer, kennis van tradities is een waardevol bezit, maar zo ook de Brabantse natuur. Graag wijzen wij u er daarom op dat het vangen en in bezit hebben van inheemse vogelsoorten en het toepassen van beschreven vangmethoden verboden en strafbaar zijn (artikel 11.37 en 11.40 Besluitactiviteiten leefomgeving).

Henk van Rijswijk & Karel Hermans

De vogels uit onze jeugd

Huismus (Passer domesticus)

De meeste huismussen zijn standvogels. De huismus is een uitgesproken cultuurvolger maar hij moet wel de gelegenheid krijgen om zijn nest te bouwen. Als voedsel is zo goed als alles bruikbaar. Zaden, vruchten, insecten en afval van de menselijke samenleving. In onze jeugd waren er veel meer huismussen dan tegenwoordig. Tenminste in onze omgeving van nieuwbouwhuizen. Want op vakantie in Griekenland en Spanje bijvoorbeeld zitten ze nog in dezelfde hoeveelheden als vroeger bij ons omdat daar in de dorpen onder de dakpannen van oude huizen nog volop nestgelegenheid is te vinden. Want onder de dakpannen broeden ze het liefst en wel onder de eerste rij pannen. Maar ook oude huiszwaluwnesten zijn in trek. ’s Nachts slaapt het mannetje buiten en zit de pop op het nest. De zorg voor de jongen is voorbeeldig. Het uitbroeden van de eieren duurt ongeveer twaalf dagen en zestien dagen later zijn de jongen vliegklaar. Dat wil zeggen dan gaan ze het proberen. En als je toevallig op zo’n dag het nest opende waren ze ineens allemaal gevlogen. Jonge, pas uitgevlogen, mussen herken je meteen aan de gele randen aan de bekjes en aan de nog erg korte staartjes. Ze vliegen nog onhandig en worden nog een aantal dagen door de ouders gevoerd. Ongeveer de helft van de uitgevlogen mussen wordt ouder dan een maand en slechts twintig procent komt het eerste jaar door. Door de jeugd van vroeger werden regelmatig jonge mussen met een dag of zeven uit het nest gehaald en met de hand grootgebracht. Dat was heel leuk om te doen en die beestjes werden redelijk tam en konden binnenshuis worden losgelaten waar ze steevast de opfokker met voer in de gaten hielden. Menige vogeltjesliefhebber is met het grootbrengen en vangen van mussen begonnen. Want mussen werden ook heel frequent met de mussenklem of met een kolenzeef gevangen.

Kolenzeef

Mussenklem

Vogelvangnet

Soms werden die gevangen mussen geverfd met verf waar met Pasen de eieren mee geschilderd werden en dan weer los gelaten. De buurt was dan in verwarring en kwam vragen of de volière had open gestaan. We hoorden dat in de jaren dertig op de toenmalige vuilnisbelt achter het Leypark grote hoeveelheden mussen met mussenklemmen werden gevangen. Die werden dan vervolgens voor de consumptie gebruikt. Tegelijkertijd werden met kleine ronde klapnetjes (zeg maar een vergrote mussenklem met een netje er aan) spreeuwen gevangen die ook voor dat doel werden benut. In tijden van schaarste werd elke mogelijkheid om een extra hapje vlees te krijgen gebruikt. Als we nog vroeger teruggaan in de tijd, rond 1900, werden mussen, spreeuwen, eksters en vlaamse gaaien massaal gevangen om te voorkomen dat de akkers werden geplunderd waardoor de oogst minder was. Dat vangen werd gestimuleerd door een cent te betalen voor elke mussenkop die werd ingeleverd. Van de andere genoemde vogels gold één kop voor twee mussenkoppen. De vogels zelf werden alsnog opgegeten. Tijdens de trek worden op de grotere vangplaatsen nog wel eens flinke aantallen ringmussen (Passer montanus) gevangen. Dat is meer een bewoner van het open veld dan de huismus. Een ander onderscheid is dat er geen verschil is te zien tussen de mannen en de poppen.

In "onze vogels" van juli 1970 nog een aardig verhaal over een mus gelezen.

"Kan een mus leren zingen? In het in 1672 te Parijs uitgegeven boekwerk L’intelligence des animaux staat een waarneming van een zekere heer Barrington, die vermeldt, dat hij een jonge haast vliegvlugge huismus uit een nest had genomen en ze in gezelschap had gebracht van een vink. Later ging die mus diverse strofen van de vink overnemen en het toeval wilde dat de mus later ook het gezang van een putter hoorde. Vanaf dat moment hield de zang van de mus het midden tussen het gezang van een vink en een putter. Dezelfde waarnemer deed een roodborst in de leer bij een in gevangenschap gehouden nachtegaal. De laatste verminderde hoe langer hoe meer zijn gezang en hield er na veertien dagen helemaal mee op. Het roodborstje kweelde echter al drie of vier strofen van de nachtegaal. Het is uiteraard algemeen bekend dat zeer veel vogels het zingen moeten leren maar of een mus het gezang van een andere vogel overneemt is toch twijfelachtig."