INHOUD VEUGELTJES VANGEN |
INHOUD VAN
RIJSWIJK |
CUBRA
HOME |
|
!
Beste lezer, kennis van tradities is
een waardevol bezit, maar zo ook de Brabantse natuur. Graag
wijzen wij u er daarom op dat het vangen en in bezit hebben van
inheemse vogelsoorten en het toepassen van beschreven
vangmethoden verboden en strafbaar zijn (artikel 11.37 en 11.40
Besluitactiviteiten leefomgeving). |
|
Henk van Rijswijk & Karel Hermans
De vogels uit onze jeugd
Vlaamse gaai
(Garrulus glandarius)
De Vlaamse gaai is hier een standvogel en wordt in Brabant ook wel
morkolf genoemd. Het is vooral een bosvogel die een enigszins verborgen
leven leidt. Iedereen kent hem wel al is het alleen maar door zijn harde
geschreeuw waarmee hij elk dier waarschuwt voor de wandelaar. Het is een
zeer rauwe schrille kreet "schrččk-schrččk. Daarnaast hebben ze nog een
heel vocabulair van scherpe geluidjes. In de broedtijd is hij veel
rustiger want dan wil hij niet opvallen. Net voor de winter sjouwt hij
zich rot om eikels te verzamelen die hij vervolgens op alle mogelijke
plekjes verstopt voor slechte tijden. Maar hij heeft niet zo’n goed
geheugen en dus kan hij een aantal van deze plekjes later niet meer
terugvinden. En de natuur profiteert daar van want een flink deel van
die verstopte eikels loopt in het voorjaar uit. De Vlaamse gaai nestelt
in bomen. Het nest is komvormig en niet al te groot. Je vindt het niet
zo gemakkelijk. Een volledig legsel bestaat uit 5 tot 7 eieren. De kleur
is overwegend lichtgroen tot lichtblauw en zwart gespikkeld met aan het
stompe einde een donkere krans. De broedtijd is 16 dagen. Vlaamse gaaien
vormen soms een echte plaag voor het broedbestand van onze zangvogels
want ze halen graag allerlei nesten leeg. Ook jonge fazanten zijn niet
te versmaden. Daarnaast eten ze insecten en bessen. Het is een heel
leuke vogel om als jongen met de hand groot te brengen. Je moet bij het
uithalen wel heel snel zijn want een Vlaamse gaai vliegt al bij 15 tot
17 dagen uit het nest. Als hij eenmaal in aanwezigheid van mensen is
opgegroeid is het een heel gemakkelijke vogel om in een "merelskooi" te
houden en dan blijft hij jarenlang in goede conditie en heel
aanhankelijk.
In "de witte spreeuwen" van januari 1982 lazen we een mooi
stukje over de observatie van deze vogelsoort tijdens het broeden en de
periode van grootbrengen.
"Het intrigeerde me bijzonder om eens een
blik in zijn kraamkamer te werpen. Van de ene kant wilde ik natuurlijk
al zijn gedragingen op dit gebied leren kennen, voornamelijk wilde ik
echter te weten komen waarmee hij zijn jongen zoal voert wanneer ze wat
groter zijn, zoals jonge hagedissen, slakken, vogeltjes enz.. Jammer
genoeg is dit laatste mij niet gelukt, want van de eerste tot de laatste
dag (de 21e dag) dat ik de vogels geobserveerd heb, werden de vogels uit
de krop gevoerd. Maar dat is eigenlijk heel normaal, want ze
transporteren tenslotte ook vaak een grote hoeveelheid eikels en
beukenootjes in hun rekbare krop naar afgelegen plekjes. Het nest dat ik
observeerde bevond zich op een hoogte van drie meter in een dichte, goed
gevulde, spar, die aan alle kanten bovendien door dichtstaande dennen en
berken beschut werd. Op 1 mei begon het wijfje de 5 eieren te bebroeden.
Het drukte zich helemaal plat in de nestkom toen ik op 5 mei op een
afstand van 3,5 meter voorzichtig mijn schuilplaats begon te bouwen.
Alleen aan de steil omhoog stekende staart kon ik zien dat ik niet
alleen was, maar zelfs scherp in de gaten werd gehouden. Nauwelijks een
halve meter hoog spande ik die eerste dag het groene kunstleren zeil,
dat helemaal verbleekt en vlekkerig was en dus onopvallend. Gelukkig
vloog het broedende vrouwtje niet weg. Ik kwam nu iedere dag terug en na
een week was mijn schuilplaats klaar, zonder dat ik het vrouwtje ook
maar één keer van het nest verdreven had. Op 16 mei waren de jongen
uitgekomen en de volgende dag begon ik te fotograferen. Eerst bedekte
het wijfje de jongen. Maar toen ik mijn voorbereidingen trof verliet ze
onopvallend het nest. Zodra ik me echter geďnstalleerd had en mijn
begeleider was vertrokken, kwam ze terug en verwarmde haar jongen
verder. Onder lokgeroep kwam het mannetje toen ook al spoedig naar het
nest. Eerst voerde hij zijn wijfje, daarna schoof dit wat opzij, waarna
hij de jongen voerde waarbij hij voortdurend onder allerlei
verdraaiďngen en kopschudden voedsel opbraakte. Daarna at hij de
uitwerpselen van de jongen op. Nauwelijks was hij verdwenen of het
wijfje bedekte de jongen weer. Dit ging zo 8 dagen door, ongeveer ieder
half uur. Gedurende deze tijd voerde het wijfje slechts heel af en toe.
In de tweede week veranderde hieraan niet veel. Het wijfje verwarmde de
jongen nog steeds vrijwel ononderbroken maar wel gaf ze nu meer voedsel
aan de jongen door. Beide vogels voerden dan samen. Echter nam het
mannetje nog steeds, en dat zou ook zo blijven, het grootste deel van de
voedering voor zijn rekening. Hij zorgde ook vrijwel alleen voor het
zuiver houden van het nest en de jongen en dat met een grondigheid zoals
ik nog nooit gezien had. Men mag deze gedragingen echter niet
veralgemenen, want bij het paartje dat ik observeerde was het mannetje
erg zorgeloos en vertrouwelijk, terwijl het vrouwtje zeer voorzichtig
was en pas naar het nest ging wanneer ze zeker was dat er geen gevaar
dreigde. Waarschijnlijk was het mannetje nog jong terwijl het wijfje
door jaren ervaring in het bos erg achterdochtig was geworden. Hieruit
ziet men dat het erg moelijk is en dat men vele factoren in acht moet
nemen om een algemeen beeld te krijgen. Erg kwaad werden de vlaamse
gaaien toen ik, om close-ups te maken, het nest tot op enige centimeters
naderde. Onder veel geschreeuw kwamen ze tot op enkele meters bij mij
vandaan. Natuurlijk ken ik ook de kwade streken van de vlaamse gaai en
ik hoefde ook niet erg opmerkzaam te zijn wanneer ik op de naar zijn
nest komende vogel wachtte. Steeds markeerden waarschuwingskreten van
kleine vogels zijn pad. Zo heb ik ook jaren achtereen geprobeerd om
kleinere vogels bij hun nest te fotograferen maar steeds waren de
vlaamse gaaien ter plekke wanneer de eerste eieren waren gelegd. Sinds
lang worden vlaamse gaaien als huisdier gehouden. Wil men deze vogels
echter lang gezond houden dan moet men ze een veelzijdig voedsel geven.
Grof universeel voer, meelwormen, kwark, hardgekookt ei, gekookte rijst,
bessen, eikels, beukennootjes."
|
|
|