INHOUD VEUGELTJES VANGEN
INHOUD VAN RIJSWIJK
CUBRA HOME
 

!

Beste lezer, kennis van tradities is een waardevol bezit, maar zo ook de Brabantse natuur. Graag wijzen wij u er daarom op dat het vangen en in bezit hebben van inheemse vogelsoorten en het toepassen van beschreven vangmethoden verboden en strafbaar zijn (artikel 11.37 en 11.40 Besluitactiviteiten leefomgeving).

Henk van Rijswijk & Karel Hermans

Zelf een kooitje bouwen

De vangkooitjes uit het verleden zijn vrij gemakkelijk naar de maker terug te voeren. De kooitjes waar de spijltjes door gevlochten draadjes worden bijeen gehouden zijn allemaal gemaakt door Frieke Laureijssen. Degenen die hem gekend hebben zeggen dat hij elke avond doende was met het vlechten van die draadjes. Overdag zaagde hij de plankjes en de latjes. Wij zijn heel blij dat we een volledige ongebruikte set lokkooitjes (voor sijs, kneu en goudvink) gemaakt door Frieke hebben gekregen. De schenker kocht ze meer dan veertig jaren geleden voor F. 1,10 per stuk. Toen ze later F. 1,20 moesten gaan kosten had Frieke moeite om dat aan zijn klanten te vertellen. In de wintermaanden maakte hij de lokkooitjes en in de zomer maakte hij broedblokken voor duiven. Jan Kleijn soldeerde de verbindingen nog met een heel ouderwetse soldeerbout die op de kachel of op het gas warm gemaakt moest worden. De vader van Karel had weer een andere heel speciale methode. Nog niet zo lang geleden liep Karel nog tegen een prachtig verhaal aan. Hij was bezig om in de schuur enkele lokkooitjes na te maken toen een van zijn buurtbewoners, een politieagent, binnenkwam om gereedschap te lenen. "Wat ben je nu aan het doen?" was de vraag. Na uitleg van Karel zei de man dat hij in de schuur ook zo’n kooitje had staan. Dat mocht Karel wel hebben. Toen het kooitje werd aangereikt schrok Karel zich een ongeluk. Hij zag meteen dat dit een kooitje was dat zijn vader had gemaakt. "Kijk maar op de onderkant daar staan de letters A.H. (van Jaonus Hermans) ingebrand". En dat klopte. Dat kooitje was samen met een aantal vogels meer dan veertig jaren geleden afgepakt van pa Hermans. Kennelijk hadden vroegere politiecollega’s de buit mee naar huis genomen. Mooi dat zoiets na zoveel tijd nog boven water komt.

Sommige vangkooitjes hebben wat hogere zijkanten dan andere. Deze zijn vooral gebruikt bij het grote vinkenslag. Daar werden de lokvogeltjes in opgekooid en die kregen zo lang als het vangen duurde alleen maar eten en drinken. De zijkanten van het kooitje waren net hoog genoeg om de stront te kunnen bergen. Bij de kooitjes met de lagere zijkant moesten de vogels aan het eind van het vangseizoen over de strontberg heen springen. We hebben een putterkooi uit het verleden compleet met een volledige putinstallatie gekregen. Die kooi is gemaakt met heel smalle latjes. Juist die typische smalle latjes maken dat je een heel sierlijke en elegante kooi krijgt.

Iedereen wijst er op dat het gat waar de kop van het vogeltje door moet kunnen groot genoeg moet zijn. Er komen tegenwoordig heel veel kooien in de handel waarvan dat onderdeel niet goed is verzorgd met als gevolg veel sterfte onder de vogels. De vader van Karel had daar een vaste maat voor namelijk het handvat van een oude vijl. De minimale maten voor een merelskooi zijn volgens Jo Hulsman 65 cm breed, 35 cm diep, aan de zijkanten 42 cm hoog en in het midden 45 cm hoog. Maar we hebben ze ook gezien van 70 en zelfs 85 cm breed, 40 cm diep, aan de zijkanten 45cm hoog en in het midden 65 cm hoog. Prachtige voorbeelden van huisvlijt zijn we tegengekomen. Karel heeft een aantal verschillende kooien nagemaakt en van één kooi (de lokkooi) precies vastgelegd hoe die gefabriceerd kan worden. Ook de hulpmiddelen (materialen, boormallen en buigmallen) die er bij nodig zijn heeft hij omschreven. De maten en tekeningen staan hier vermeld.

 

Benodigde onderdelen

  • Vurenhouten latjes 50 x 10.

  • Triplex 3 mm. voor bodem en schuif aan de onderzijde.

  • Gestrekte spijlen van ø 1,5 of 1,6 mm.

  • Spijkertjes 20 mm lang.

  • Soldeerbout 75-100 watt plus soldeertin.

  • Boor- en montagemallen.

  • Houtafmeting

    Van boven naar beneden:

    - 2x 175 x 50 mm

    - 1x 112 x 50 mm

    - 2x 112 x 50 verzagen naar 35 mm. Er blijven 2 restlatjes over voor een roest (zitstokje) plus de kop van de schuif.

    Montage bodemschuif

    Triplex 110 x 160 mm. Handgreep is een spijl van 1,5 mm rond in

    2 gaatjes gestoken en omgebogen.

     

    Montage kooiframe (gespijkerd)

    Voerbak op 50 mm van links.

    Zitstok op 50 mm van rechts.

    Bodemtriplex 3 mm.

    Twee spijltjes in voerbak.

    Boven:

    - Voerbak en triplex schuif.

    - Bodemtriplex en zitstok.

    Onder:

    - Bodemaanzicht kooitje.

     

    Het boren van de gaten voor de spijlen

    Boven:

    Hoekijzer 15 x 15 mm of 20 x 20 mm.

    Afstand tussen de gaten voor de spijlen is 12,5 mm.

    Beginsteek is 6 mm.

    Onder:

    Rondom boren van het frame.

    14 x in de lengte.

    9 of 11 x in de breedte.

     

    Het buigen van de spijlen

    Buigmal voor de spijlen.

    Er zitten 3 gaten van 1,6 of 1,7 mm in en een sleufje op het eind.

    De lengtemaat van de spijl zit tussen gat 1 en de sleuf.

    De breedtemaat van de spijl zit tussen gat 2 en de sleuf.

    De tussenmaat (korte buiging) zit tussen gat 3 en de sleuf.

    Breedtemaat spijlen (14x) 120 x 95 mm.

    Lengtemaat spijlen (3x) 180 mm.

    Aan de ene kant 95 mm lang en aan de andere kant160 mm lang.

    Eén lange kant gebruiken om de voederopening (rond 25 mm) te buigen.

    De tussenmaat spijlen is 10 x 95 mm. Die 10 mm kan ook met de combinatietang gebogen worden.

     

    Monteren van de spijlen

    Eerst de spijl met de voederopening monteren.

     

    De 14 breedtespijlen daaroverheen.

    De kopse spijlen monteren.

    Vervolgens vlechten of solderen.