CuBra


 

CUBRA HOME

 

Inhoud Broeckx

 

Ineke Broeckx Archief verhalen 2004-2019

 

Ineke Broeckx Poëzie

 

 

Ineke Broeckx
 

Korte verhalen - 18-06-2020


Zomer in Heeze - De verloren sleutels - “He ain’t heavy, he’s my brother” - Bloei en troost - Voor mijn goede, zo betreurenswaardige ouders…..


 

Zomer in Heeze

 

Het was een zomerdag, in de zomer van mijn 67e levensjaar; laat in mijn leven nog geschonken door een Onbekende, die op onvoorspelbare en kennelijk vaak onverantwoordelijke wijze neemt en geeft…..

.

We naderden het huis, de boerderij, mij van zovele gelegenheden zo bekend, het huis met het brede, loodgrijze pannendak waar mijn zo dierbare zus op mij wachtte; waar de zwarte hond met de glanzende vacht mij kwispelend en vriendelijk tegemoet zou komen met in de bek een tak die het dier mij speels aanbood…..

 

We zouden in de tuin, waar de hulststruik, breed woekerend, ons overschaduwde, bijeenzitten; kameraden, vrienden die de stormachtige gebeurtenissen van het leven samen doorstaan hadden.

 

Een kwetsbare vogel, een boodschapper van de Natuur, een gezant uit een hogere sfeer, zong zijn lieflijke lied…..

 

De verloren sleutels

 

Ze had mijn stem gehoord die doorgedrongen was tot in de kamers van haar appartement, waarmee ik haar buren om hun telefoon vroeg. Snel kwam ze naar buiten en schoot ze te hulp. Met blikken op haar gezicht als van een lieftallige Madonna die medelijden of mededogen dan wel verbazing schenen uit te drukken, keek ze even later speurend of belangstellend mijn kamer rond en vestigde haar ogen op de bontgekleurde, grote foto van het Wilhelminakanaal aan mijn wand met de witte brug op de verre achtergrond en de boot met schoorsteen met kringelende rookpluim op de voorgrond.

 

Ik was mijn sleutels verloren en het toeval wilde dat in de straat, zo verklaarde ze, sleutels gevonden waren die waren bevestigd aan een eikenboom, verderop in het plantsoen; het zouden mijn sleutels kunnen zijn. We wandelden samen over het bochtige pad naar de bewuste boom maar de vondst bleek een teleurstelling te vormen; de aangehechte sleutels leken in niets op mijn oude vertrouwde sleutels, bevestigd aan de hartvormige sleutelhanger, die ik node miste.

 

Onverrichter zake aanvaardden we de terugweg en ik verklaarde aan mijn tot dan toe onbekende buurvrouw altijd tot wederdienst bereid te zijn. In het trapportaal namen we afscheid en mijn buurvrouw beklom de trappen en we hervatten ons rustige en vreedzame bestaan in ons appartementencomplex…..

 

“He ain’t heavy, he’s my brother”

 

De meneer in ons gezellige, nieuwe postkantoor aan de Hasseltstraat droeg een elegante “spuugkuif” en in de borstzak van zijn shirt een smartphone en een nutteloze balpen. Verspreid in de zaak lagen en hingen agenda’s en kantoorartikelem en een  molen met kleurige wenskaarten om vrienden en kennissen in veel opzichten het allerbeste te wensen

De man verpakte voor mij de chocoladerepen liefdevol, zorgvuldig en geduldig. “Ze zijn voor mijn broer” verklaarde ik “voor zijn tweeënzestigste verjaardag”. Op de witte luchtkussenenvelop schreef ik met een zwarte viltstift: “Landpark Assisië”, doelend op de landelijke en bosrijke omgeving waar mijn broer is ondergebracht en zijn dagen slijt; de broer die als weinig anderen of als enige andere als een man, dat wil zeggen; sterk en manmoedig naast zijn zussen had moeten staan, maar die totaal verstek moest laten gaan wegens ongelooflijk en onvoorstelbaar onvermogen en gebrekkigheid.

 

Zal hij met zijn gemankeerde brein kunnen gissen vanwaar de chocolade komt; zijn favoriete chocolade uit Ivoorkust met de afbeelding van het kleine olifantje op de verpakking?

 

Bloei en troost

 

De bloempjes, de helgele kleine roosjes, ontluiken nu een voor een en bloeien op, hoewel een gedeelte van de knoppen voor altijd gesloten zal blijven

Het plantje werd mij geschonken door mijn liefste kameraden van de “Opstapbus” met wie ik jarenlang vele avonturen heb beleefd; de goedmoedige maar zo eenzame Tilburgse weduwen die ik nu missen moet.

 

Het plantje staat te pronken op mijn zwarte vitrinekast met de glazen deuren waarachter zich een servies bevindt en petieterige beeldjes en kunstvoorwerpjes en het vormt een kleine troost; een reden om te denken dat men aan mij denkt…..

 

Voor mijn goede, zo betreurenswaardige ouders…..

 

Aan de oude Oisterwijkse Baan, die zich in een bocht kronkelt tot aan het zwarte water van het Wilhelminakanaal, door bruggen overspannen, op huisnummer eenennegentig, was het ouderlijk huis van mijn sinds lang overleden moeder. Van daaruit trouwde zij en de bruidsfoto toont haar, gekleed in het zijden ensemble, energiek en enthousiast over het nieuwe leven dat aan zou breken.

 

Ze was typiste geweest en Vader had haar na korte tijd, alsof hij daarvoor slechts even had hoeven opkijken van zijn gebruikelijke lectuur, tot zijn vrouw verkozen. In de bovenverdieping aan de Gerard de Bondtstraat zouden hun drie kinderen ter wereld komen en daar was het decor van mijn vroegste jaren, van mijn “gouden” jeugd

 

Zesenzestig jaar zijn gepasseerd en ik kan nog slechts weemoedig terugkijken…..