CuBra


 

CUBRA HOME

 

Inhoud Broeckx

 

Ineke Broeckx Archief verhalen 2004-2019

 

Ineke Broeckx Poëzie

 

 

Ineke Broeckx
 

Korte verhalen - 18-03-2021


Toen het afscheid kwam (vervolg) - Twee olifantjes aan weerszijden van een dobbelsteen - “Restless Spheres” - Over een dansende leeuwerik en een lieflijk, kabbelend beekje…. - Aan de Abdij van Koningshoeven


 

Toen het afscheid kwam (vervolg)

 

Daar wachtte ze nog op mij, dag aan dag, jaar aan jaar; op mij, de dochter, haar kind dat ze zozeer liefhad; in de aanleunwoning die tot mijn laatste ouderlijk huis geworden was. En daar nam ik afscheid, avond aan avond, telkens weer, als nacht, duisternis en eenzaamheid mij aangrijnsden en ik in huiveringwekkende en angstaanjagende twijfel, onzekerheid en onwetendheid verkeerde of ik haar weer zou zien, of de sluipmoordenaar van de dood haar tijdens mijn afwezigheid al onverwacht en onverhoeds had overvallen en weggenomen; Haar, de allerliefste die staat op mij maakte, die mij zozeer in alles vertrouwde…...

De eeuwige rustplaats was al gereserveerd; eens had zij mij vergezeld naar de droefgeestige velden aan de Karel Boddeweg en had zij de oude eik aangewezen waaronder zij voorgoed wilde liggen: naast Vader.....

En zo zijn zomers en winters gepasseerd in het park waar de oude eik zich verheft en lang geleden is de zilverwitte as uitgestrooid en zo zullen mijn tranen voorgoed vloeien om de allerliefste…..

 

Twee olifantjes aan weerszijden van een dobbelsteen

 

….en zo herinner ik me tevens hoe ik hen, de allerliefsten, mijn goede ouders die sinds lange tijd niet meer te midden van de levenden verkeren, naar hun laatste domicilie en mijn laatste ouderlijk huis, namelijk de aanleunwoning, gesitueerd in een stille buitenwijk, bracht en hen het beeldje cadeau deed….

Het was een klein beeldje uit lichtgrijs marmer en het stelde voor: twee olifantjes, ieder aan weerszijden van een dobbelsteen; misschien symbolisch voor de onvoorspelbaarheid van het levenseinde van mijn lieve ouders…

Voor vader is het eerst de zwarte lange auto met de treurig-stemmende vaantjes aan de voorzijde gekomen; moeder volgde hem in de dood….

En nu is er nog slechts het beeldje van de olifantjes rond de dobbelsteen dat mijn vitrinekast siert……

 

  “Restless Spheres”

 

Het was in dat jaar, het lang-vergeten jaar 1965, dat ver terugligt in de herinnering dat onze muziekleraar, de heer H., de kandidaten wierf voor het koor uit de pas aangetreden brugklassers. Er zou een majestueuze opera opgevoerd worden in onze plaatselijke schouwburg, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van onze school over een astronaut en diens ruimtereis. Vele repetities vonden plaats in het lokaal dat zich enigszins afgezonderd en terzijde van de overige lokalen aan het einde van een lange gang bevond. De tekst van het libretto bevatte frasen die ik me nog herinner: “This was a victory for the astronaut” en de telkens weer herhaalde frase “Restless Spheres” ongetwijfeld een beschrijving van niet nader te omschrijven of aan te duiden kosmische sferen. Vele repetities vonden plaats tot de grote dag aanbrak en ik, gekleed in mijn geruiten pakje met de plooirok achterin in het koor aantrad om mijn bijdrage te leveren. De leraar Nederlands die we in later jaren zo goed zouden leren kennen, reciteerde op de voorgrond een bijpassende en toepasselijke tekst. De hoge coulissen van onze schouwburg hadden op mij toen ik twaalf jaar oud was een indruk gemaakt die nu, in veel later jaren, wel heel wat meer gematigd zou zijn…..

 

Over een dansende leeuwerik en een lieflijk, kabbelend beekje….

 

De lichtblauwe voorjaarshemel overkoepelde onze Regte Heide waar grafheuvels aan een verre Prehistorie herinneren en hoog in de lucht danste en dartelde de leeuwerik en mijn vriendin herkende zijn zang. We waren het liefllijke, rustig voortkabbelende blauwe beekje met haar kleine stroomversnelling en de eik die zich zo weldadig uitstrekte met haar uitwaaierende takken gepasseerd. We vierden het voorjaar met een wandeling op onze oude Heide die zich uitstrekte voor onze ogen als maakte zij zich op om een nieuw jaar en een nieuwe zomer aan haar zo rijke en eeuwenoude geschiedenis toe te voegen…..

 

Aan de Abdij van Koningshoeven

 

Al in vroege jeugdjaren fietste ik aan je voorbij, achterop de fiets bij mijn goede, onvergetelijke ouders en ik huiverde om de Gekruisigde, om de Christusfiguur aan het kruis, daar in die bocht die we passeerden, opgesteld. En je gotische torens verhieven zich, verheffen zich nog, zullen zich verheffen totdat ik het niet meer zal kunnen navertellen.

Ik zag ze in de verte vanuit mijn ziekenhuisraam, vanaf de snelweg in de voortrazende auto. En altijd herinneren ze mij, zullen ze mij herinneren aan die vroege tijden, die tijden van ongeschondenheid, van gaafheid…...