CuBra


 

CUBRA HOME

 

Inhoud Broeckx

 

Ineke Broeckx Archief verhalen 2004-2019

 

Ineke Broeckx Poëzie

 

 

Ineke Broeckx
 

Korte verhalen - 28-04-2022


Het duikelaartje - Ontmoetingen in de winkelgalerij (vervolg)/Menselijker dan de mens - Kaarten halen in Goirle - Collegebanken (vervolg) - Ontmoeting in lijn zeven


Het duikelaartje

 

In die jaren van mijn vroegste jeugd toen ik voortdurend verkeerde onder de bescherming en koestering van de ouderliefde die als een veilige paraplu boven mijn hoofd was uitgespannen, als de altijd blauwe, onbewolkte hemel van de zorgeloosheid, bezat ik een klein popje, een duikelaartje dat uit zichzelf steeds weer zijn oude vorm aannam, zoals een geestelijk veerkrachtig mens die telkens weer herstelt van de ongenadige, opeenvolgende slagen, hem door het noodlot toegebracht. Eens wandelde ik met mijn ouders in het altijd groene, altijd zonovergoten Leijpark. Het dierbare, wonderlijke duikelaartje raakte op onnaspeurlijke wijze kwijt tot mijn grote verdriet als een gestorven kindje dat door het bittere noodlot van de ouders is weggenomen. We zochten het lieflijke popje overal; tussen de bosschages, in het gras en onder de bomen en we vonden het niet meer. In mijn herinnering is het altijd voort blijven bestaan…..

 

Ontmoetingen in de winkelgalerij (vervolg)/Menselijker dan de mens

 

Gezeten op de bank vóór de Copyshop kon ik de hond niet goed zien, maar het dier huilde en hartstochtelijk en zo deerniswekkend dat de jammerklacht in de hele winkelgalerij te horen was. Het geluid drong overal doorheen, als regen die een jas doorweekt.

 

Bij nadere inspectie bleek het om een klein dier te gaan met ruig, rafelig haar dat daar stond aangelijnd vóór de supermarkt. Het baasje was om ondoorgrondelijke redenen sinds enige tijd verdwenen achter die deur en het dier, trouwer dan welke mens dan ook, “menselijker” en gevoeliger dan ieder mens, huilde en klaagde in grenzeloze vertwijfeling, wanhoop en verdriet tot onverwacht de gelukkige hereniging kwam; het wederzien.

 

En blij kwispelde de hond en ik zag hem trouw en opgewekt voortlopen en voorthuppelen aan de zijde van de zo oneindig geliefde baas….

 

Kaarten halen in Goirle

 

Men herkent mij doorgaans aan mijn stem. Deze draagt ver en reikt ver; dus was het hoorbaar in de hele bus dat ik vroeg naar “De Hovel” in Goirle. (Het naburige dorp Goirle bezoek ik van oudsher met enige regelmaat en ik heb er vele voetstappen liggen). Enkele medepassagiers bleven na mijn verzoek lusteloos, onverschillig en apathisch voor zich uit staren, maar een oudere, kale heer vóór mij was behulpzaam; hij draaide zich om en reageerde onmiddellijk; “De Hovel? Dan kunt u het beste in de Dorpsstraat uitstappen!”
De vriendelijke heer was mijn dank waard. Hij begeleidde mij verder door de drukke winkelstraat naar de zaak voor knutselspullen die ik zocht. In de rijk gesorteerde winkel deed ik uit het grote assortiment de bescheiden keuze van drie, met gaatjes geperforeerde kleurige kaarten inclusief borduurgaren en een naald. Bij de wekelijkse bijeenkomst in het Wijkcentrum zou ik het nu niet af hoeven te laten weten….

 

Collegebanken (vervolg)

 

Op de pasfoto, aangebracht op de collegekaart uit 1972, die ik nog altijd bewaar, is het portret afgebeeld van het meisje dat ik was (lang haar rond het glimlachende gezicht; een hippie in de flower-powertijd die nooit echt hippie werd). De barakken, collegezalen, gangen en trappenhuizen van wat toen nog de Katholieke Hogeschool was, hebben mij in dat verre jaar verwelkomd en ze zijn mij vertrouwd en bekend geworden. Op het briefpapier van de trotse onderwijsinstelling kon men het arrogante en veelzeggende logo aantreffen van een zeilschip dat met geheven zeilen voortvarend en enthousiast haar toekomst tegemoet ging.


Professor S. stond zelfverzekerd en zelfbewust voor zijn publiek van studenten, kinderen nog, die hij aansprak met “u” en ik was één van hen, gekleed in het zelfgemaakte bloesje met de petieterige rode en blauwe motieven en in mijn hoofd zeurde een melodie, een destijds populaire popsong over Pittsburgh. De genoemde professor kalkte het ouderwetse, groene schoolbord vol met ingewikkelde statistische formules. Het dikke, Amerikaanse studieboek waarop ik maandenlang mijn hersens brak tijdens de vaak nachtelijke studie is nu, na veertig jaar, nog in mijn bezit…..

 

Ontmoeting in lijn zeven

Terugkerend van de bibliotheek trof ik in lijn zeven een jongeman die een zwarte, kleine hond met rafelige vacht en kleine witte vlekjes op de poten knuffelde en tegen zich aan klemde en die zijn hoofd begroef in de warrige vacht van het dier. "Het is een schat" merkte ik op en ik vroeg hoe het dier heette. "Bailey is de naam" verklaarde de jongen. "U houdt veel van hem, hè?" zei ik. "Hoe weet u dat?"vroeg de jongeman. "Dat is aan alles te merken" was mijn antwoord. "Hij begrijpt niet alles" merkte de man op. "Ik zeg het hem wel, maar vaak begrijpt hij het niet" Tranen welden op in mijn ogen, onopgemerkte bittere tranen om het gemis van een dergelijke kameraad, die ik zo graag zou huisvesten....