Toegift van het
leven/laatste bloei
Deze september wordt me
nog geschonken. Haar gesluierde, gedempte, gouden licht
koestert mijn ziel en zintuigen en overspoelt mijn
wereld.
Een vriend beroert de
snaren van de viool van zijn hart nog altijd voor mij.
Van ver bereiken zijn alwetende, ijsblauwe, stokoude
ogen, die zijn als die van een milde, vergevende vader
mij nog. Zij wacht nog op me in de kamer van mijn
jeugd waar glaswerk en oud hout de sfeer bepalen. Rozen
bloeien nog in een late maand. De winter nadert.
|