Jeruzalem: een stad in
een stad
De wijk Jeruzalem ligt
ingeklemd als een stad in een stad, als een sfeer binnen
een sfeer, ongeveer zoals het ene veelkleurige Russische
poppetje zich bevindt in het andere. De vervallen,
verpauperde flats rijzen hoog op en geven de indruk
alsof hun ontwerp ontsproten is aan het verziekte brein
van een krankzinnige architect die een koortsdroom
verwerkelijkte als stenen decor en entourage voor de
armoede die hier gemeengoed is.
Het buurthuis ligt er
verlaten bij met haar witte voorgevel als een misplaatst
koloniaal overblijfsel in een ver, tropisch land.
Bij het kanaal werpen
vrolijke donkere kinderen een welgedane waggelende eend
stukjes brood toe.
De grond langs de oevers van
het water is hier en daar opengebroken en -gebarsten en
de aarde toont haar zanderige innerlijk.
De wilde bloemen kunnen
het vaalgroene, fletse, verlepte gras nauwelijks
opfleuren, evenmin als dure sieraden de hals van een
overjarige actrice nog kunnen sieren.
En het kabbelende,
rustige water van het Wilhelminakanaal stroomt
onvermoeibaar en murmelt ten eeuwigen dage zachtjes een
lied dat vast en zeker gaat over vergankelijkheid en dat
de wijkbewoners troost en in slaap wiegt.
|