Bij het kanaal
De kuikens staan al hoog
op de poten.
In juni nog pas zijn ze
geboren. Gehuld in het donzige lichtgele verenkleed
worden zij omringd door hun moeders die hun alerte
koppen als uitkijkposten hoog op de door de Natuur bont
gedessineerde halzen dragen, de snavels lichtjes
opengesperd, gereed voor de eventuele aanval.
Het is daar een hele
menigte van ganzen bij het kanaal. De witte gevederde
lichamen krioelen door elkaar heen. Nu, in de zomer,
liggen ze ook vaak lui te zonnebaden of poedelen ze in
het zwarte water. Ze houden de wacht bij de ophaalbrug
en schijnen het naar hun zin te hebben op de grassige
oevers die ze met tientallen bevolken.
Wie weet babbelen,
buurten, keuvelen en roddelen ze ook met elkaar en
wisselen ze nieuwtjes uit zoals algemeen gebruikelijk te
midden van mensenfamilies.
|