Schande
of tragedie? (In de Vaderarmen van de Dood)
Het dorp
ligt er troosteloos en verlaten bij. Eendere huizen
rijgen zich er aaneen in zielloze eentonigheid.
Ieder
gerucht wordt er opgeblazen tot gemeenschappelijk bezit,
uitvergroot als een stofje onder een vergrootglas, en
het verspreidt zich razendsnel als een uitslaande brand
die de vonk vergeten is die haar oorsprong vormde.
De
grafstenen staan streng in het gelid als een leger vóór
de veldslag; eendere monumenten, alsof eenieder in de
dood niet alleen gelijkwaardig maar ook gelijk is (maar
zij vormde de uitzondering)
Allen
weten wat er met haar gebeurd is; de zerk draagt de naam
van de vader, bij wie zij voorgoed rust.
Bij leven
uitgesloten van hun saamhorigheid, uitgesloten en
uitgestoten van hun gemeenschap heeft de dood haar
omhelsd in een eeuwigdurende omhelzing en voorgoed in
zijn sterke Vaderarmen gesloten
|