Het Crematorium Revisited
Kennelijk
had de overleden mevrouw een aula vol mensen op de been
weten te brengen, mij allen onbekend, die nu als
een schijnbaar krachtige achterban solidair zat te zijn
met het leed van haar familie en met dat van de zus in
het verre Nieuw-Zeeland, die, als een en noodlottig
en ongelukkig, finaal brevet van onvermogen, slechts op
schriftelijke wijze acte de présence kon geven.
De
menigte was te laat, onherroepelijk en voor altijd te
laat; de in het geheel niet toepasselijke teksten waren
te laat; de overigens flauwe en lusteloze muziek was te
laat en de onschuldige, fleurige boeketten kwamen te
laat.
Het
bidprentje hield slechts een papieren schim in
"leven", een flauw, vaag en hoogst
ontoereikend substituut voor haar levendige, krachtige
ogen met de pretlichtjes, voor het warme, levende
lichaam, voor het ingewikkelde samenstel van ervaringen,
kwetsuren en verbittering dat haar persoonlijkheid had
uitgemaakt.
En een
verdwaasde, krankzinnige wereld holde voort in een
verdwazing en krankzinnigheid die ook door de
integriteit van mijn vriendin niet gekeerd had kunnen
worden.
|