INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST

Print deze Pagina

Ineke Broeckx - Korte verhalen

 

 

 

 

 

Een vrolijk freuletje?

Een bejaarde buurvrouw gaf ons, kinderen nog, eens het boek cadeau, nog uit haar eigen jeugd, met de titel: "Het vrolijke freuletje". Daarin wordt verhaald over vrolijke "bakvissen" die zich door hun minnaars laten ophalen in vandaag de dag gedateerde auto's, die tennissen en snoepen van bonbons, dan wel, figuurlijk gesproken, van de feestelijke bonbon die het hele leven voor hen schijnt te zijn.

Ik moest hieraan denken toen ik, zeventien jaar geleden, in dienst kwam bij een verzekeringsmaatschappij via een uitzendbureau.

Joyeuze blauw-wit gestreepte markiezen schermden de ramen van de kantoortuin af en het resterende zonlicht speelde opgewekt over de vele tafels, over de planten, in leven gehouden door de zegeningen van de hydrocultuur en over de computers die de frisse, kwieke meisjes het werk, maar dan met name het denkwerk, bespaarden, zodat hun conversatie zich onbeteugeld kon wijden aan de film van gisteravond, sex, hun minnaars, de sport, auto's, de aankoop van huizen, make-up, kleding en vakanties.

Terwijl zij ongeremd voortbabbelden bewogen hun handen zich in rap tempo over de toetsenborden om het databestand van verzekerden aan te vullen met steeds nieuwe maar soortgelijke gegevens, die de machine willig en onbeperkt toeliet tot haar elektronische geheugen.  

Schijn bedriegt.
Niks poëzie of romantiek van puberteit of adolescentie.
Want wat aan de fleurig gestifte lippen van deze reïncarnaties van het prototype "Joop ter Heul" ontsnapte leek meer geschikt voor de vuurmond van een kanon of voor de handen van een slinkse boogschutter die onomkeerbare, doelgerichte pijlen afschiet op het kwetsbare hart van een weerloos slachtoffer:

"Je kunt zien dat het glazuur van jouw tanden aan het verslijten is"
"Wij bepalen wel achter jouw rug of je hier kunt blijven"
"Jij mag hier de klus opknappen en daarna kun je opdonderen"
"Je kunt wel aan jou zien dat je geen geld hebt"
En, achter mijn rug:
"Zij is niet zo tof"
"Zij is goed voor een typekamer"
"Zij heeft vlekken in haar gezicht"

Ook het restaurant van deze florissante instelling bleek een mijnenveld dat men niet roekeloos en onverhoeds moest betreden want nadat men aan de counter bijvoorbeeld vis met knoflooksaus had verkregen (volgens stevig gefundeerde katholieke traditie alleen verkrijgbaar op Goede Vrijdag) werd men zonder enige waarschuwing getrakteerd op het relaas van een collega die als een onbeschaamde aasgier of hyena uit was op de erfenis van een demente schatrijke oom en met name op een Samoeraizwaard, eens meegebracht uit het Verre Oosten en op een schild van een Galapagos-schildpad en andere schatten, verborgen in een hutkoffer op de zolder van zijn huis en aan het licht gekomen door slinks, sluw en onverhoeds speurwerk van mijn tijdelijke collega en zijn achterbakse neef.

Een "welwillende" andere collega liet niet na deze van advies te dienen:
"Geef die man toch een paar gulden; hij leeft nog in de dertiger jaren; hij is dement; hou hem gewoon voor de gek en laat hem zijn "schatten" verkopen!

Mijn tijdelijke contract liep ten einde toen ik de deur van dit broeinest van achterklap, beledigingen, ongebreidelde lompheid en wat dies meer zij opgelucht dichtsloeg om er nooit in weer te keren.