Onder de
hoede van oma
Uit de
verhalen van mijn moeder weet ik dat men mijn oma voor
haar aanzag wegens haar jonge en florissante uiterlijk
als ze mij in het ziekenhuis in ogenschouw kwam nemen.
Als fragiele, kwetsbare baby lag ik in het glazen
broeikasje dat men couveuse noemt. Later zocht ik in de
armen van mijn oma instinctief naar haar borst. Ze moest
me teleurstellen omdat ze volgens haar verklaring
"een droge min" was die de moederlijke gaven
reeds lang geleden besteed had aan haar drie zonen en
dochter, mijn ooms, vader en tante.
De tante,
wiens kwaliteiten men in de familie betwijfelde, had
niettemin in een drastisch en razendsnel optreden voor
een ambulance gezorgd na mijn overhaaste geboorte en in
een verwarmd kistje was ik ijlings vervoerd naar het
E.Ziekenhuis.
Daar was
warmte, maar het was de kunstmatige verwarming die nooit
de borsten of de armen van mijn moeder zou kunnen
vervangen. Na zes weken kon mijn moeder haar rechten
opeisen en werd ik verwelkomd in het
"familiefort", in de kring van de ooms en
tantes, van mijn vader, moeder en oma die gezamenlijk
het herenhuis bewoonden waarin ze na de teloorgang van
opa's zaak hun toevlucht gezocht hadden.
En ik
werd opgenomen in de familiekring: ik was "het
kindje", de eerstgeborene, vertroeteld en verwend
door hen die om me heen stonden en mijn verschijning als
een regelrecht wonder schenen te beschouwen.
De
kleuterjaren zouden onvermijdelijk aanbreken en
Sinterklaas bracht tot mijn verbazing een klein tafeltje
en stoeltje, precies op mijn maat, dat op zes december
zomaar bij oma in de kamer stond. Ik werd toen een
willig object voor oma's taal- en rekenlesjes die ze als
ex-onderwijzeres graag gaf. Gezeten aan het tafeltje
tekende ik onder haar leiding kersjes en huisjes die ik
bij elkaar op moest tellen voor mijn eerste
rekensommetjes. Ik zou er een voorsprong door verwerven
in de eerste klas.
Ook
herinner ik me hoe ik chocolademelk dronk bij oma uit
mijn eigen kopje, met mijn eigen lepeltje.
Toen we verhuisd waren naar het
arbeidershuisje was oma niet uit onze gezichtskring
verdwenen: eens per week legde ze de weg af door de
straten die ons van haar scheidden en bracht dan
steevast bananen mee.
Af en toe
bezochten wij oma eveneens in ons geboortehuis dat zij
was blijven bewonen. Daar stond haar bed in de grote
achterkamer tegen de schuine muur die de kamer
verkleinde met een hoek en in het halve duister stonden
daar vele tropische planten met stijve, donkergroene,
uitwaaierende bladeren; planten met exotische namen die
in hun midden, in hun hart triomfantelijk en trots, maar
slechts zelden, hun roze of oranje bloem droegen.
En dan
waren er de Slavonisch eiken stoelen en tafels met de
sierlijke welvingen van hun poten en opengewerkte
leuningen.
Met
Sinterklaas waren er de surprises bij oma, ook voor de
andere nichtjes, zoals een glazen mannetje, gevuld met
geurige eau-de-cologne, dat ik mij nog zo goed herinner
en een fornuisje met vuursteentjes die niet wilden
branden en het verhalenboek van "Margriet",
waaruit oom Philippe als een echt voordrachtskunstenaar
een gedicht over de lente voordroeg.
Veel
later, toen mijn onstuimige puberteit mij tot onzinnige
strapatsen had verleid, en ik tijdelijk niet welkom was
bij mijn ouders, mocht ik bij oma komen, bij oma die
mijn portret koesterde op haar dressoir en mocht ik
drinken uit haar zo vertrouwde porseleinen theekopjes.
Ze is
gestorven op 93-jarige leeftijd, eenzaam, in een
ziekenhuis, mijn oma, mijn kameraad van vroege en latere
jaren.
|