Een cadeautje van de rommelmarkt
Denkend
aan de jarige, en terwijl het beeld van diens
persoonlijkheid haar voor ogen zweefde, had zij, vervuld
van goede bedoelingen, op een rommelmarkt het cadeautje
uitgezocht. Ze trof het ineens aan te midden van een
wirwar van rariteiten en snuisterijen.
Het
was een grappige mok in de vorm van een broek, met
pijpen waaruit men thee of koffie kon drinken. Vanuit
haar goede hart wilde ze de jarige dit schenken tot
plotseling bleek dat ze ongewenst was, dat ze niet mocht
komen; als enige was ze niet uitgenodigd.
Een
onzinnige, kleinzielige, humorloze discussie kwam op
gang met degenen die haar uitstootten met als
schijnargument van hun kant dat zij toch niet kon
aankomen met een cadeautje van de rommelmarkt, zoals zij
eerder had gedaan.
Stug
voerde ze aan en hield ze vol hoe ze bij andere, eerdere
gelegenheden niettemin met een weliswaar goedkope, maar
toch in een echte winkel gekochte eivormige kaars en met
andere artikelen op de proppen was gekomen die haar
gulle en grootmoedig bereidheid toch wel ruimschoots
hadden aangetoond om, zij het af en toe, haar budget in
minimale mate te overschrijden.
Met
haar door tragische omstandigheden zwakbegaafde hersens
kon zij niet beseffen dat het in werkelijkheid met name
dit onvermogen haar brein was de noodzakelijke
verbindingen te leggen, die zorgen voor analyse,
deductie, combinatie en conclusie, dat haar tot
persona non grata maakte.
Maar
juist in de kronkelwegen en kamers van dit simpele brein
konden zich nooit de arglist en de berekening nestelen
die waren opgekomen in de bovenkamers van degenen die
haar op wrede wijze uitstootten.
Ze
konden haar niet liefhebben, maar haar liefde was
oprecht