Opa en kleinzoon
Opa stond aan zijn wieg
en "kon niet denken van geluk" zoals hij
verklaarde. Het lot had hem een kleinzoon geschonken.
Voor zijn eigen zoon, de stamhouder, had hij de sterren
van de hemel willen plukken. Maar gebleken was dat
heftige onstuimigheid leefde in het innerlijk van het
kind.
Het gooide in het
halletje van het arbeidershuisje tien eieren aan
gruzelementen en het moest "gehouden" worden
achter een rek in de woonkamer. Het beantwoordde de
blikken niet waarin de overstelpende liefde van zijn
ouders lag besloten. De kleuterschool werd een fiasco en
de ouders moesten het kind afgeven, overgeven aan de
handen en blikken van vreemden.
Nu had opa een kleinzoon.
"Wees goed voor hem", drukte hij ons op het
hart "geef hem veel speelgoed want hij zal heel
intelligent worden; hij zal het ver brengen"
Zeventien jaar na dato
rust opa in het graf.
Hebben zijn laatste gedachten zich nog met Willem
beziggehouden en zal Willem zich altijd de man blijven
herinneren die op handen en voeten rondkroop met hem op
zijn rug?
|