Mama's laatste vriendin
Ik kwam haar ruim een
jaar na mijn moeders dood tegen. Ze spoedde zich voort
in haar scootmobiel, die ze tot stilstand bracht toen ze
mij zag: mijn moeders jarenlange en laatste vriendin.
"Ik kan niet meer lopen", verklaarde ze en
inderdaad was om de kuit van het rechterbeen een stalen
koker aangebracht, een van de medische kunstgrepen die
het onherroepelijk einde nog voor een tijdje afweren .
"Meneer S., je moeders buurman, is nu ook
overleden" zei ze. Hij is 97 jaar geworden"
De man was altijd al zijn
stille gangen gegaan in het appartement naast het onze,
als een planeet die geheel onafhankelijk van andere
hemellichamen zelfgenoegzaam om zijn eigen as wentelt.
Van het overlijden van
mijn moeder had mevrouw geen bidprentje ontvangen en ik
prevelde een verlegenheidsoplossing: in de consternatie
rond het overlijden waren enkele mensen vergeten. Hoe
was dit nu mogelijk na een zo lange, zo gedegen, zo
trouwe vriendschap, die zich over jaren en jaren had
uitgestrekt?
Ik herinnerde me hoe mama
kort voor haar dood met mevrouw haar vriendin had
besproken dat ze voorgoed wilde rusten onder de eik op
het terrein van het crematorium, eveneens de eeuwige
rustplaats van vader, die haar was voorgegaan in de
dood.
Na ons gesprek zag ik
mevrouw met de scootmobiel wegrijden in de richting van
het Zorgcentrum, een zekere toekomst tegemoet.
|