Afscheid in de
Chopinstraat
Tot voor kort zag ik
mevrouw regelmatig in haar tuintje, haar mollige lichaam
omhuld door een slordige jurk. Vermanend sprak ze steeds
het driftige, alerte hondje toe dat tegen het tuinhek
opsprong als om zijn bazin te verdedigen. Het hondje zal
ik nu ook nooit meer zien.
De leegte van het huisje
gaapte de voorbijganger aan en er lagen slordig
weggeworpen keukenkastjes in het tuintje tot crèmekleurige
lange gordijnen aangaven dat een nieuwe bewoner zijn
nieuwe territorium in gebruik ging nemen.
Later vernam ik dat de
oude mevrouw het verblijf in het Verzorgingshuis slechts
met twee dagen overleefd heeft
|