Eerste ontmoeting met Ada
Ik ontmoette Ada voor het
eerst op een regenachtige januaridag na een
telefoongesprek waaruit geen uitgebreide
spreekvaardigheid in de Nederlandse taal van haar kant
naar voren was gekomen maar wel haar bereidheid mij te
helpen met het huishoudelijk werk in mijn woning. Het
lange zwarte haar golfde over haar rug en ze toonde mij
het kaarsrechte regiment van haar spierwitte tanden. Ze
gaf me meteen al de onverdiende eretitel
"mama", zelden bestemd voor kinderloze,
ongehuwde dames.
Ik nam haar mee naar mijn
flatje, zij inspecteerde het vluchtig en verklaarde aan
de slag te willen (blij als ze wellicht was nu eens niet
op haar donkere tint afgerekend te worden? Toch kwamen
mij akelige visioenen voor ogen van de befaamde
Negerhut; behoorde ik nu ook tot de "klasse"
die zijn zwarte medemens uitbuit en denigreert? Welnee;
ik was toch van plan Ada ruim te honoreren?)
Uit het geluid dat
opklinkt uit de keuken maak ik even later op dat de
werkzaamheden in volle gang zijn. Tijdens het werken
houdt Ada haar pet op maar doet ze haar schoenen uit,
waardoor vijf petieterige teentjes zichtbaar worden
waarvan het grootste, bekroond door een gelakte nagel,
grappig opwipt. Met haar mobieltje voert ze af en toe
een kennelijk amoureus gesprek met haar "boyfriend".
Er vloeit een traantje
als Ada vraagt naar de portretten van mijn neefje en
nichtje ("zijn het jouw kinderen?"). Daarop
neemt Ada me in haar krachtige Surinaamse armen en drukt
ze me aan haar weelderige Surinaamse borsten. Nu ben ik
overtuigd dat ik met haar een goede keuze gemaakt heb en
uit vrees ondankbaar te zijn en als mijn bijdrage aan
het algemene geluk van de mensheid geef ik haar twintig
Euro, drie flessen wijn, een nieuw gezichtssolarium
(weliswaar voor haarzelf geheel overbodig) en een fraaie
theekan mee.
|