Tropisch
hout en eikenhout: herinneringen aan moeder en vriend
Terwijl
ik mij geen voorstelling kan maken van de gedachten en
gevoelens die voor het geestesoog van mijn vriend
paraderen, roept het ebbenhouten doosje dat hij me zond
herinneringen op aan krokodillen in woeste rivieren, aan
apen die krijsend van boom tot boom slingeren en aan
babbelende bonte papagaaien in het tropische oerwoud van
het land waar hij is, Frans Guyana. Het donkere hout van
het gewelfde doosje contrasteert met het middelbruine
Europese eikenhout van het oude bureau dat mijn moeder
voor me kocht in mijn schooltijd. (Ze had het te koop
zien staan in een etalage in de Willem II straat,
temidden van de rommelige parafernalia die het
monteursvak vergezellen)
Aan mijn bureau volvoerde ik de verplichtingen die een
schoolcarrière met zich meebrengt, studeerde ik op
hexameters en piramides, op de subjonctief en het
communisme en nu nog schrijf ik mijn onnozele
opstelletjes en liefdesbrieven aan mijn bureau, terwijl
mijn blik rust op het parkachtige panorama aan de andere
kant van het glas. Terwijl ik bedenk hoe mijn verre
vriend mijn brieven opent met zijn elegante, slanke
handen en hoe mijn neergekalkte woorden eerst zijn ogen
en daarna zijn geest bereiken. Ik probeer hem over te
brengen welke voorstellingen voor mijn geestesoog
paraderen, hoe de werkelijkheid van de vele zomers en
winters sinds zijn vertrek zich in mijn verstand en
gevoelsleven grift en daar haar stempel op drukt.
Oud
eikenhout en tropisch hout zijn voor mij herinneringen
aan de door mij meest geliefde personen.
|