Een wandeling langs
veertien vennen/Tussen rododendrons en waterlelies
Op de landkaart geven
lichtblauwe vlekken met grillige omtrekken de plaats aan
van de Oisterwijkse vennen. Tijdens onze wandeling komen
de strakke, prozaïsche schema's van de overzichtskaart
tot leven en blijken de blauwe vlekken uitgestrekte,
weidse wateroppervlakten of zwarte, onpeilbare diepten
waartegen de crèmewitte en groene cirkeltjes van de
bloeiende waterlelies fel afsteken. De atmosfeer is
mild. Een licht briesje verwent onze gezichten terwijl
we voortstappen over zanderige paden, bezaaid met
dennenappels en overwoekerd door boomwortels. In een
klein café, verlicht met kaarsen, nippen we van een
beker warme chocolademelk.
En verder gaat de tocht,
langs veertien blauwe en zwarte meren, langs bloeiende
rododendrons en geurige dennen. Verder gaat de tocht tot
onze stramme benen ons niet meer kunnen dragen en de
avondhemel bomen, meren, lelies en rododendrons met haar
donkere mantel toedekt als een liefhebbende vader zijn
kinderen.
|