Het
Wielerfestijn kotsbeu
Gedurende een groot gedeelte van de afgelopen zomer
werden we via het glazen kunstoog dat televisie heet getrakteerd
op het beeld van voortsnellende, dichte colonnes van
mannen, gekleed in strakzittende, veredelde lange
onderbroeken en felgekleurde shirts en met een soort cap
op het hoofd, voorovergebogen over het stalen
frame van het stuur van hun fiets, de benen en voeten
rondcirkelend met de pedalen in een eentonig maar
razendsnel ritme.
De tocht voert langs rotsen, door bergplateaus, door
stadjes, over bruggen, in het afwisselende Franse
landschap. De renners klimmen, dalen, vallen af en toe
en worden begeleid door motors en helikopters en door
het eindeloos voortkabbelende commentaar van de heren
van radio en televisie, gelardeerd met steeds dezelfde
namen: Menchow, Valverde, Van de Velde, Evans.
Tenslotte dan de triomftocht op de Champs-Elysées, het
podium, de wangkusjes van twee lieftallige schonen en de
kapitalen op de bankrekening.
Het geheel riep voor mij een beeld op van afschuwelijke
zinloosheid, maar bewust geënsceneerd, moedwillig tot
stand gebracht, van een gigantische, neurotische
en verkapt nationalistische schijnvertoning.
Want wat is het nut, de betekenis, de dienst aan de
mensheid die voortgebracht zouden worden door de minieme
nanoseconde waarmee de ene renner de andere overtreft?
Neem dan de grandioze "demarrage" van
mevrouw Carla del Ponte, eveneens in het nieuws; neem
dan haar strijd tegen massamoord en verwaarlozing van
mensenrechten in voormalig Joegoslavië, uitgevochten
tot op het hoogste niveau…..
Daar wordt de wereld werkelijk rechtvaardiger en
emotioneel en moreel rijker van
|