"Du schwarzer
Zigeuner"
Ze had het zoontje en het
broertje af moeten geven, over moeten geven aan de
handen van verpleegkundigen, psychologen en
psychiaters, in wie ze geen vertrouwen had, die hun
beloften niet waarmaakten. En ze zong het lied over de
Zigeuner dat haar kennelijk troostte, dat ze
overgenomen had en tot haar lijflied gemaakt sinds ze
het eens op de radio gehoord had: "Du schwarzer
Zigeuner" Ze zong het lied met hoge, galmende
stem en met lange uithalen als ze aan het stofzuigen
was of als ze de witte was draaide door de strakke,
aaneengesloten cilinders van de ouderwetse wasmachine,
of schrobde op het wasbord met de grijze, gladde,
gegolfde ribbels.
Het was haar favoriete
lied en het begeleidde onze jeugd:
"Du schwarzer
Zigeuner,
Du sing mir was vor,
So dass ich vergessen mag
Was ich verlor"
Het sprak kennelijk haar
romantisch-poëtische natuur aan. Ze was nauwelijks op
school geweest, maar ze voelde het ritme en de melodie
van de taal en de muziek aan.
Twee jaar na haar dood
hoor ik het lied over de zwarte zigeuner nog: het
klinkt in mijn hart, het weergalmt door de kamers van
mijn brein, maar het troost mij niet
|