Aan
Elodie, negen jaar na haar dood
Nu ik je met negen jaar overleefd heb, ben ik in de wir
war van de straten opnieuw gaan zoeken naar je huis. Het
was mijn laatste bedevaart naar jou. Onze geschiedenis
is bedolven door de tijd zoals de tramrails die me naar
jou leidden overwoekerd zijn door grassen en mossen. Ik
wist nooit of er leven zou zijn na je charisma, na je
liefde, maar een stad bruist en leeft nog om je huis.
De
bellende tram bracht ons naar Scheveningen, naar de
eeuwige zee, die je as wellicht liefdevol heeft
opgenomen. Je woorden rusten in mijn hart tot mijn
stervensdag.
|