Ons
aller vader
In het tijdperk van het "individualisme"
waarin mensen kolossale
flatgebouwen bewonen als monniken in kloostercomplexen -
ieder in hun cel -
en op straat elkaar met anonieme ogen in de anonieme
ogen staren zonder dat
hun verkrampte en vervlakte gezichten tekenen van
herkenning tonen - in dat
tijdperk zag ik een oudere heer met een bloedende wond
aan het voorhoofd,
die hij tevergeefs trachtte te stelpen met een zakdoek,
voortstrompelen
achter een rollator. Het was bij het station, waar de
massa zich samenbalt
en opgenomen en uitgestoten wordt door het Openbaar
Vervoer als in een
merkwaardig soort spijsverteringsstelsel.
Een chauffeur van "Veolia", gekleed in het
nieuwe uniform van zijn nieuwe
werkgever drukte razendsnel een knop in of draaide aan
een handel in een
stilstaande bus waarna de tekst "sorry geen
dienst" verscheen in
elektronische oranje letters boven de voorruit van het
voertuig, en kwam de
man te hulp. Er kwam een verbandkist aan te pas en een
en ander had veel
voeten in de aarde. De rollator van het slachtoffer
stond onbeheerd en
doelloos op het trottoir; onwetende voorbijgangers
liepen er
ongeïnteresseerd aan voorbij.
De chauffeur overlegde met een collega en er werd druk
getelefoneerd om
hulptroepen te doen aanrukken.
Na mijn jarenlange voortploeteren als een verkapte
anonieme zwerver te
midden van de massa wekte het tafereel mijn tranen op;
tranen om zoveel
hulpvaardigheid.
Het slachtoffer had de vader van de chauffeur kunnen
zijn; mijn vader; uw
vader; ons aller vader.
|