Ontmoeting
op een vroege wintermorgen
Op een vroege wintermorgen, ten tijde van de Rooms-katholieke
feestdagen
Allerheiligen of Allerzielen, staan twee oudere dames te
kleumen voor de
deur van de supermarkt en ik ben een van hen. Het is het
tijdstip waarop men
de doden, die men geen plezier meer kan doen, niettemin
op de
begraafplaatsen vereert met lichtgele, lila en witte
chrysanten en waarop de
kou van november, als men pech heeft, door iedere jas
heendringt en de
botten bereikt.
Aan de hand van mijn "medestandster" bevindt
zich een dubbele zilveren ring
die getuigt van liefde, van leed en rouw; maar ik kan
slechts gissen. Onze
blikken vallen op een reclamebiljet waarop een piramidevormige
kaars staat
afgebeeld en we raken in gesprek over onze bezigheden.
Volgens haar zeggen
baadt mevrouw 's-avonds in het licht van vele kaarsen
wanneer zij geniet van
haar grote hobby: het lezen. Spoedig echter komen we op
minder aangename
gespreksonderwerpen, zoals daar zijn: het aneurysma van
de hersenen (vlak
onder de schedel), door mevrouw doorgemaakt en waarvan
zij op glorieuze
wijze is hersteld. Ik prijs de moed, de vitaliteit en
het
doorzettingsvermogen van mijn nieuwe gesprekspartner de
hemel in.
Dan gaat de deur van de winkel open en spoedig zie ik
haar voortschuifelen
achter een winkelwagentje tussen melk en brood,
spaghetti en cornflakes.
|