Ongelukkige manoeuvres en
klein leed
Na de zoveelste ruzie met mijn enige en zo dierbare zus
heb ik uit
consternatie mijn duur gekochte contactlenzen door de
afvoer van de wastafel
gespoeld.
Eén klein, mintgroen, gehavend schijfje was
aanvankelijk nog zichtbaar op
het witte marmer, zodat ik kon vermoeden welke weg het
andere, bijbehorende,
was gegaan.
Ik kon de beide, onmisbare optische hulpmiddelen slechts
bedroefd nawuiven
en voorgoed afscheid ervan nemen.
Buiten mistte en sneeuwde het; de trottoirs waren bedekt
met vastgevroren
sneeuw; als het ware een uitnodiging om ook nog een
ijzingwekkende val te
maken, als men al blind en hulpbehoevend is.
Bij de Zorgverzekeraar heeft men geleerd in de cursus
"klantvriendelijkheid"
de klanten temend, vleiend en uiterst vriendelijk te
woord te staan, hoe
ernstig ook de wonden, die men overigens niet kan helen.
(Ik had hen en ook de opticien aan de lijn).
Diezelfde middag kon ik komen om de plaatsvervangende
"leenlenzen" te komen
halen. De trouwe deeltaxi zorgt voor het vervoer. Mijn
ogen, gewapend met de
nieuwe hulpmiddelen, namen exact het grillige lijnenspel
waar van de
wit besneeuwde bomen, die samen een tot leven gekomen
Kerstkaart vormden en
's-avonds tekende een lichtgele maan zich af als een
mooie ronde schijf
tegen het nachtblauw van de hemel.
Tot mijn zus sprak ik verzoenende taal, de taal van onze
zwaar beproefde
Zusterliefde.
|