Afscheid en nalatenschap
In mijn agenda zie ik staan bij de negende maart: "Idul-Maulid
(Islamitisch)" Ik weet niet wat het betekent: is
het een feest, een
gedenkdag?
Zeker is, dat twaalf jaar geleden, op deze dag jouw
ijsblauwe ogen mij
voorgoed vaarwel hebben gezegd. Je hand werd toen kouder
en kouder in de
hand van mijn moeder; de hand die haar eens gestreeld
heeft, de hand waarmee
je de pen hebt gehanteerd waarmee je de eindeloze
berekeningen moest
uitvoeren op het gehate kantoor om de studies van je
dochters te
financieren, om het eten op tafel te brengen; de hand
waaraan je me begeleid
hebt door het leven, zo goed als je kon, met inzet van
je hele
persoonlijkheid, je hart, ziel en geest; de hand
waarnaar mijn hand gevormd
is.
Van jou erfde ik twaalf ferme boeken die tezamen een encyclopedie
vormen.
Na de Wereldbrand, in de veertiger en vijftiger jaren
van de vorige eeuw,
die ons continent verscheurde en bijna vernietigde,
moesten de Cultuur, de
Filosofie, de Wetenschap en de Kunst weer op een sokkel
geheven worden, de
sokkel die zij volgens jou zo ruimschoots verdienen. Het
dubbeldikke zwarte
lexicon met gouden opdruk bevat honderden pagina's met
feiten, feiten, en
nog eens feiten. Welke oorlog kan daarmee gewonnen
worden?
In de spiegel tekenen zich de wallen onder mijn ogen af.
Mijn tranen zijn
gevloeid bij stromen om jouw armzalige leven, getekend
door het drogbeeld
van de Kennis
|