De
val
Ankie was destijds een meisje van twaalf jaar met
aarzelende, prille
borstjes, een haarband in het donkerblonde haar, een
bril en scheve tanden:
een meisje op de drempel van de puberteit.
In de woonkamer van haar ouders, in het arbeidershuisje,
stond, een beetje
misplaatst, een monumentale geornamenteerde kast van
glanzend mahoniehout,
die twee derde van de kamer in beslag nam, een kast met
vele glazen ruitjes,
waarachter zich een weelde van glazen, zilveren
parafernalia en een
romantisch aandoend servies schuilhielden.
De kast was een erfstuk en had nog de woonkamer van oma
en opa gesierd.
Ze hadden vreemde buren, maar over hen nu niet méér.
De buren hadden een
kleine kat, waarvan de vacht dooraderd was met rode
strepen. Op haar
verkenningstochten door de buurt deed deze kat ook het
kleine tuintje van
Ankie en haar ouders aan en verschool zich soms achter
hun kolenhok en Ankie
had het onzinnige en domme plan opgevat de kat af te
richten, hoewel Vader
haar nog zo op het hart gedrukt had dat een kat
eigenzinnig en trots is en,
in tegenstelling tot een hond, geen commando's gedoogt.
Zo gingen enkele weken voorbij en op een ongelukkige
dag, toen Ankie in een
met rood pluche beklede fauteuil zat die juist met haar
rugleuning vóór de
genoemde kast, het pronkstuk en sieraad van de
huiskamer, stond, viel de kat
haar plotseling aan, met het gevolg dat ze met stoel en
al achterover
tuimelde en wel door een ruitje van het
teder-gekoesterde meubelstuk, dat
versplinterde in duizend gruzelementen.
Haar moeder was woedend. Zo vaak was zij in het verleden
veranderd van een
lieve fee in een helse furie en hadden haar harde handen
Ankie's
kinderlichaam afgeranseld. Nu beval zij haar een nieuw
ruitje voor de kast
te bemachtigen, waar dan ook vandaan, en door de
decemberkou ging Ankie op
pad op haar fietsje: bevend, trillend en klappertandend
en vervuld van
heftige schuldgevoelens.
Ze doorkruiste de halve stad en vond tenslotte, wonder
boven wonder, een
zaak waar ze het betreffende glaswerk konden aanmeten,
en keerde huiswaarts.
Oma legde iedere week de afstand af vanuit haar huis in
een andere wijk om
het gezin te bezoeken. Aan haar zou de schade tenminste
tijdens haar
volgende bezoek niet opvallen.
|