Herinnering
aan de zomer van 2009 (II)
De T-Parade: Het Spektakel der Verbroedering?
De smorende hitte legde zich als een verstikkende,
broeierige deken over de
stad op de dag van de T-Parade. Willem II droeg een roze
sjerp over de
rechterschouder, die elegant langs zijn bronzen,
krijgshaftige gestalte
neerhing tot op zijn voeten. Toen we op de Heuvel
aankwamen, zette juist een
fanfareorkest in met enkele nummers ("Country road,
take me home") en de
muziek, afkomstig van de schallende, goudkleurige
trompetten, de tuba's, de
saxofoons en de drums, drong door in mijn wezen, vond
weerklank in mijn hart
en joeg de tranen naar mijn ogen, eveneens tranen om
zoveel vuur en bravoure
van mijn arme, geliefde stadgenoten, die ook hun partij
meeblazen in het
grote, massale orkest van de mensheid.
De mensen verzamelden zich gaandeweg op het plein vóór
de grote, jaarlijkse
festiviteit begon. Oude bekenden groetten elkaar,
schudden elkaar
vriendschappelijk de hand en mannen deelden de vrouwen
elegante kusjes uit.
Vanaf de hogere balkons van de flats keken verschillende
mensen
belangstellend en verwachtingsvol neer op het plein en
op de straat, waar
zich een en ander zou gaan afspelen.
Dan begint het eigenlijke feest. De kleurige wagens, die
verdacht veel
gelijkenis vertonen met carnavalswagens zetten zich in
beweging en trekken
voorbij aan de verbaasde ogen van de toeschouwers op de
terrassen, de
balkons, en langs de kant van de weg. Een fragiele
Venezolaanse schoonheid
glimlacht onvermoeibaar vanaf een voorbijrijdende auto
en beweegt de heupen
heen en weer in een wilde dans. "Woude gij 't
betoale?" vraagt een Tilburgse
meneer aan zijn gezelschap op "mijn terrasje"
in de schaduw. De jonge
serveerster toont haar jonge beroepsglimlach bij het
opdienen van de
drankjes terwijl bonte confetti in mijn richting waait.
De wagens vertegenwoordigen de nationaliteiten die
Tilburg huisvest. De
blauwe vlag van Curaçao met haar gele sterren begeleidt
een gezelschap
heftig trommelende Arubanen en Antillianen.
Duiven zwermen over het plein, zoeken een plaatsje in
het roosvenster van de
kerk, en vliegen later weer op, onbegrijpend, onwetend,
maar misschien
intussen onverschillig ten aanzien van menselijke
gebeurlijkheden.
Als de gouden Romeinse cijfers en wijzers van de klok op
de gevel van de
Heuvelse Kerk het tijdstip van half drie aangeven en de
torenklok een enkele
galmende slag ten beste geeft, loopt het feest ten
einde.
Ik geniet nog van een ijskoude Spa-rood. Het plein is
nog overvol. De
verbroedering is voor een moment tot stand gekomen.
|