INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST

Print deze Pagina

Ineke Broeckx - Korte verhalen

 

 

Berichten uit een Zorgcentrum (vervolg)
"Engelen met grote, gazen, witte vleugels"


Voor het eerst wachtte mevrouw die zondagmiddag al op mijn komst, althans ze
gaf daar duidelijk blijk van doordat ze in de septemberzon heen en weer
drentelde achter haar rollator vóór de hoofdingang van het Zorgcentrum en
mij blij begroette bij mijn aankomst. Het vertrouwen tussen ons was gegroeid
en ik wilde haar niet meer kwijt.
Eenmaal aangekomen in de kleine kamer die zij sinds anderhalf jaar bewoont
raken we in gesprek en verklaart mevrouw: "Het waren engelen; witte engelen,
man en vrouw, met grote, gazen, witte vleugels" Ze had van de musical
genoten en beval mij aan de voorstelling "Engelen bestaan niet" als het maar
enigszins mogelijk was te gaan zien. Hoezeer gunde ik haar méér van dit
alles; hoezeer gunde ik haar dat Kunst en Schoonheid, in welke vorm dan ook,
haar oude hart zouden doen opleven, zouden beroeren en ontroeren. (Had zij
een voorafschaduwing gezien van het Hemelse Paradijs dat haar wellicht te
wachten stond over korte, o zo korte, al te korte tijd?)
Hoe dit ook zij, voor het moment smikkelen en smullen we van een
Mokkaschnitt, mevrouw's favoriete lekkernij en bij deze gelegenheid diept
mevrouw uit een lade een portret op van haar vader en moeder: moeder draagt
de grijze jurk en de kralenketting die mevrouw in Venetië voor haar gekocht
had: mevrouw bezat ook een groter portret dat op haar slaapkamer hing in de
voormalige grote woning, maar bij de verhuizing naar het Zorgcentrum was
deze, naast vele andere spullen, ontvreemd door verwanten, "vrienden" of
vreemden.

De muffe en verwaarloosde, verveloze gangen, kamers en zalen van het
Zorgcentrum, die hier en daar "opgesierd" worden door een gedateerd
schilderij zonder enige waarde en die mij gaandeweg bekend zijn geworden,
zullen vervangen gaan worden door twee massieve, moderne woontorens en de
bewoners zullen tijdelijk ondergebracht worden in een ander,
"plaatsvervangend" verzorgingshuis en de gedachten van mevrouw hechten zich
aan de a.s. verhuizing als een valk aan zijn prooi en centreren zich rond de
onwelkome, maar onvermijdelijke gebeurtenis die op handen is:  zal zij
alleen nog het uitzicht hebben
op de dennenbomen, waarvan zij niet gecharmeerd is en zal het in de lange,
smalle gangen van het "nieuwe" verzorgingshuis nog wel mogelijk zijn elkaar
te passeren met de rollator? De gordijnen zijn al besteld en de
vloerbedekking, maar mevrouw vermoedt dat de verhuizing de nekslag zal gaan
betekenen voor haar. (De uitspraak: "Een oude boom moet je niet verplanten"
is inmiddels wel verworden tot cliché en gemeenplaats).