Tranen
in de nacht
Ach mama, hoe lief, verlegen en fragiel sta je op die
oude foto te midden
van twee dames, met een glas wijn in de hand, op een
sofa, toen onze oom
zijn bruiloft vierde. Je was vijfenveertig.
Hoe strekte je, toen je tachtig was, je doorgroefde hand
naar me uit, hoe
zei je: "Je bent mijn kind"
En ik was je kind, en ik ben nog steeds je oudste
dochter, die je de naam
"Ineke" hebt gegeven, de naam die afgeleid is
van de doopnaam van je moeder
Catharina, de naam die je niet meer uit kunt spreken,
maar de naam waaraan
men mij herkent; de naam die vriend en vijand, vreemde
en voorbijganger mij
geven: je dochter Ineke leeft voort, zij betreurt je zo,
haar tranen stromen
ongezien, binnenskamers en in de stille nacht: je bent
niet meer.
|