Een
mislukte sollicitatie (2)
Bij de halte aan het station ben ik op de bus gestapt en
ik verzoek de
chauffeur mij te waarschuwen als we bij het zwembad
zijn. De bus hobbelt
voort en bereikt de uitgestrekte contreien van wat een
voorstad is geworden:
"De Reeshof"; een stad die aan de stad is
gebouwd.
Kraaien stappen parmantig heen en weer op het grasveld
vlakbij de
Heyhoefpromenade, een winkelcentrum, opgetrokken uit
bruinrode baksteen, dat
zich, merkwaardig geïsoleerd van haar groene omgeving,
uitstrekt als een
trechtervormige lange gang die winkels herbergt en
appartementen, vlakbij
het sportcomplex dat modern is vormgegeven met
sculpturen en blauwe,
kronkelige buizenstelsels, kennelijk als versiering
bedoeld.
Hier heb ik een afspraak met een meneer die een
begeleidster zoekt voor zijn
zevenentachtigjarige moeder. Hij voert me naar een
modern appartement,
gesitueerd boven de winkelgalerij.
Binnen aangekomen ontmoet ik mevrouw, zijn moeder, die
met een hoekig en
onelegant lichaam, gekleed in een flessengroene jurk met
witte
bloemmotieven, diep is weggezonken in een fauteuil en
die vol vertrouwen
glimlacht naar zoon en schoondochter die mij kritisch
monsteren bij deze
sollicitatie: ben ik de persoon aan wie zij de oude
mevrouw zouden kunnen
toevertrouwen?
De hulpmiddelen als een rollator en wandelstok zijn
binnen handbereik en de
parafernalia die hoogstwaarschijnlijk haar lange leven
vergezeld hebben,
omringen haar nog: een schilderij met een afbeelding van
vrolijk lachende
kinderen, een kastje met glazen siervoorwerpjes, en
meer, dat echter
grotendeels aan mijn blik ontgaat wegens de vluchtigheid
van de
ontmoeting.
Ondanks alles is mijn mogelijke toekomstige werkgever
mild en vriendelijk en
kan hij zich bij voorbaat al goed voorstellen dat het
voor mij wel heel
moeilijk en bezwaarlijk zal zijn het oude, zware,
vervallen lichaam van zijn
moeder op te takelen, te hanteren en te behoeden voor
ongelukken.
Om andere redenen dan hij bij bij veronderstelt aanwezig
te zijn, voel ik
niets voor een als het ware plaatsvervangende
lijdensgeschiedenis, voor een
herhaling van de weg die ik reeds aflegde met mijn eigen
moeder: getuige te
moeten zijn, zoals bij haar, van een steeds verdergaande
aftakeling langs
het hellende vlak van haar gezondheid, eindigend in het
onvermijdelijke.
|