Ontmoetingen
in de stad (vervolg)
Ik was op de wekelijkse markt op zoek geweest naar een
T-shirt, maar mijn
naspeuringen waren zonder resultaat gebleven.
We ontmoetten elkaar bij de bushalte. Aan haar
bovengebit ontbrak op een
zeer prominente plaats een tand, haar grijze haar hing
neer tot op haar
schouders, ze droeg goudkleurige oorbelletjes en haar
kleding bestond uit
een merkwaardig en disharmonieus samenstel van een
wonderlijke grijs-geruite
strokenrok, een bont T-shirt met roze en groene motieven
en een blauw jasje.
Ze begon het gesprek met de vaststelling dat ze
"ook" alleen was, alsof aan
heel mijn gestalte, mijn uiterlijk of overige kenmerken
de twijfelachtige
status van "vrijgezelle vrouw" afgelezen kan
worden.
Vanaf de hoge balkons van de flats aan de overkant van
de straat werden we
gadegeslagen door diverse personen die daar plaats
hadden genomen.
Het was warm, het was alsof de zomer die dag haar
naderende afscheid kracht
bij wilde zetten met extra hoge temperaturen en de bus
bleef lang weg;
gelegenheid genoeg om nog met een tweede persoon in
gesprek te raken die het
langdurig en ook frequent uitblijven van het voertuig
eveneens ten zeerste
betreurde en wiens hele dagplanning volgens eigen zeggen
in het honderd
dreigde te lopen, waardoor zij er weer eens spijt van
kreeg dat zij de
nadelen van de eigen auto had ingeruild voor de
twijfelachtige voordelen van
het Openbaar Vervoer, die vandaag weer eens uitbleven.
Een "Veolia"-bus verschijnt meestal wel bij de
halte, al wachten haar
toekomstige passagiers soms uren en ook deze keer moest
ik afscheid nemen
van mijn beide tijdelijke metgezellen en
gesprekspartners die ik misschien
bij toeval nog ooit zou tegenkomen te midden van de
bonte wir war van
stadsbewoners die de pleinen en de straten bevolken,
allen uniek en
verschillend van huidskleur, geaardheid, identiteit en
persoonlijkheid
|