Vervreemding
en verdriet in Parijs
In
de straten die zich uitstrekken aan de voet van de
heuvel waarop sinds jaar en dag de Sacré Coeur haar
koepels verheft, zoals een ongeduldige minnaar aan de
voeten ligt van zijn toekomstige echtgenote, overvielen
mij eens merkwaardige gevoelens van verdriet,
vervreemding en veroudering. Alsof de tijd
reuzenschreden had gemaakt en ten onrechte gehele
episoden van mijn leven had overgeslagen, voelde ik mij
vijftig in plaats van dertig en vervuld van
vreemdsoortige, voorheen ongekende sentimenten. Een
violist op Montmartre toverde zielsdiepe klanken uit
zijn instrument die de tranen vanuit onbekende diepten
omhoog stuwden naar mijn ogen, naar mijn gezicht. (Was
dit dan ondanks alles het verdriet om een liefde die
mijn hersenen al zo lang scherpzinnig als onmogelijk,
ondoenlijk en onbereikbaar hadden geoordeeld? Was dit
dan toch de melancholie om degene, die in zijn gedachten
allang een ver tropisch land had verkozen boven mijn
aanwezigheid?)
Ik
heb mij nooit zo oud en vertwijfeld gevoeld. Na
thuiskomst bleven de merkwaardige ervaringen in mijn
geheugen verankerd dat iets dat ik telkens weer zou
kunnen beschouwen, zoals onze ervaringen lijken op een
collectie schilderijen in het museum van onze geest.
Vele lentes zouden nog volgen en altijd zou mijn hart
terug kunnen keren naar mijn Parijse sentimenten en zich
gelukkig kunnen prijzen om de verjonging en genezing die
het toch nog heeft gekend.
|