Herinnering
aan Vader (vervolg)
Ver, verscholen in de tijd, ligt de herinnering aan de
man die mijn Vader
was: mijn eerste leraar en mentor die goedwillend over
mij waakte; met wie
ik op de foto sta: een fragiele baby in de armen en
handen van Hem, die ik
later zo goed zou leren kennen.
Muziek begeleidde zijn leven: hij dook weg in
romantische fantasieën die de
pijn om de zwakzinnige zoon, om de haat en pesterijen
van de collega's,
nauwelijks konden vergoeden.
Door Vader maakte ik kennis met Mozart, Beethoven,
Mendelssohn, Berlioz,
Schubert en Schumann; legendarische namen op kleurige
platenhoezen met
Franstalige, Engelstalige en Duitstalige toelichtingen.
(We zaten samen aan
tafel in de achterkamer van het goede oude
"familiefort", mijn ouderlijk
huis, het hoekhuis dat sinds jaar en dag het domicilie
was van onze familie,
en zodra het dunne naaldje van de pick-up het zwarte,
glanzende, gegroefde
oppervlak van de langspeelplaat raakte, was er ineens:
muziek! en de klanken
bestormden mijn innerlijk en veroverden het en ik
begreep: ik was vijftien
jaar en ik begreep wat Beethoven mij wilde mededelen en
een onstuimige
kracht nam bezit van mij, een wilde energie, waarmee ik
mijn leven
tegemoet trad. Zo doordrong de muziek mijn wezen en
maakte zij onlosmakelijk
deel uit van mijn turbulente puberteit.)
Vader bracht zijn moeizame morgens en middagen door op
het gehate kantoor,
een kolos van roodbruine stenen in de S. straat, op de
vlucht voor de
armoede, die hij gekend had en die hij mateloos vreesde.
Ik heb Vader moeten gadeslaan gedurende zijn laatste
levensjaar, ik heb zijn
martelingen en grenzeloze kwellingen tijdens zijn
verblijf in het
Verpleeghuis onder ogen moeten zien: ik heb zijn
vermagerde, uitgemergelde
lichaam keer op keer in mijn armen genomen, op zijn
verzoek, en om en om
gedraaid in het bed.
Ver is Vader nu: ver, achter de lichtende band van
sterren, die onze aarde
omspant, en daar hoop ik hem ooit weer te ontmoeten
|