INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST

Print deze Pagina

 

 

Een rondrit door een spookstad

Ik ben uitgenodigd voor een uitstapje, in het gezelschap van de trouwe en
(edel)moedige vrijwilligers die "de handschoen opgepakt hebben" en in
hospices, ziekenhuizen en aanleunwoningen de hand van stervenden vasthouden
en die een baken zijn voor velen in nacht en ontij van de eenzaamheid en
vertwijfeling.
Op een granieten bank wacht ik met twee dames tot de bus zal arriveren die
ons zal voeren door oude en nieuwe gedeelten van mijn geboortestad, die het
decor vormden voor mijn vroegere en latere levensjaren, en, eenmaal in de
bus, kijk ik schijnbaar star en stuurs door het linkerraampje, in feite om
mijn tranen te verbergen voor de elegante jongedame naast mij, die
stilzwijgend en verlegen speelt met lokken van haar lange, donkerblonde
haar.
We passeren de straten van mijn jeugd en ik zie dat een kale, langgerekte
zandvlakte resteert van de straat waar mevrouw B., de vriendin van mijn
moeder, woonde en waar ik knikkerde met een jeugdvriendje in de gang van het
witte, nu voorgoed verdwenen huisje.
De bus vervoert ons langs huizen, scholen, kerken, cafés en wat dies meer
zij. Hier voltrekt zich het wel en wee van mijn stad- en tijdgenoten, hier
wordt het leven begroet en men neemt er afscheid van, hier wordt gefeest,
gevrijd en getreurd.
Overal, in de bermen, bloeien narcissen en overal staan bloesembomen die met elkaar wedijveren in pracht en schoonheid" in roze of witte tooi en de naambordjes met de straatnamen passeren aan onze ogen:
Ringbaan Oost, Spoorlaan, Hart van Brabantlaan, Delmerweg, Warandelaan en
tenslotte wijst onze gids, die als merkwaardig stopwoord het woord
"uiteindelijk" heeft uitverkoren en er iedere zin die hij uitspreekt mee
lardeert, ons erop dat we in "De Reeshof" zijn aangekomen; het trotse
ontwerp van ambtenaren en architecten; een voorstad en in mijn ogen een
spookstad. Het verkeer en de voetgangers, spelende kinderen, cafés en
winkels, die het geheel zo zouden verlevendigen, ontbreken geheel. Dat is
ook verklaarbaar, zo vertelt onze gids: "de echtparen werken beiden om de
"pracht en praal" te kunnen bekostigen. En zo rijgen de levenloze straten
met de eenvormige huizen zich, schijnbaar eindeloos, aaneen en in een
uithoek, merkwaardig geďsoleerd, bevindt zich het "Station Reeshof", te
midden van een kale vlakte: de trots en de apotheose van de
stedenbouwkundige plannen van de negentiger jaren. De gehele wijk is op zo
enthousiaste wijze gepland en ontworpen maar is uitgegroeid tot een kale,
koude doolhof van gelijkvormige straten, zonder sfeer, zonder leven.
De terugweg voert ons door de wijken 't Zand en Wandelbos: ouder,
vertrouwder, meer vertrouwen wekkend en groener en mijn reis eindigt als ik
mijn woning zie opdoemen en ik uit mag stappen.