Een
mislukte sollicitatie (5)
Bisschop Van der Ven is lang vergeten: zijn leven en
prestaties zijn in het
duister gehuld, maar de goedgunstige Tilburgse Gemeente
vernoemde niettemin
een straat naar hem, als laatste eerbewijs.
Hier bel ik aan op nummer vijfenvijftig. De Tilburgse
aanleunwoning kent een
welhaast traditionele en "conventionele"
indeling: in de ene helft van de
kamer bevindt zich het doorgaans skaileren, donkerbruine
bankstel; in de
andere helft staat de keukentafel met enkele stoelen
eromheen. In deze
woning sierde bovendien het huwelijksportret, stammend
uit meer voorspoedige
tijden, de wand en niemand minder dan de favoriete
kleindochter van oma was
afgebeeld op de foto op de eikenhouten kast, omvat door
een zilveren
fotolijstje; een frisse jongedame, nog ongeschonden door
het leed dat
mensheid en wereld overspoelt.
Bij het tweejarige onderzoek, waarbij de geliefde
lichaamsdelen pijnlijk
geplet en vastgeklemd waren tussen de harde, koude
platen van een
sadistische "medische machine" was
geconstateerd dat een brutale indringer,
een ongewenste gast van onbekende herkomst, zich had
genesteld en
geïnstalleerd in het weefsel van de zachte welvingen,
van de vrouwelijke
lobben van haar lichaam en een ervan was haar daarop
ontnomen door brute
chirurgenmessen. Nu was het lichaam monsterlijk
vervormd: de geprononceerde
buik zat haar in de weg; de opgezwollen arm weigerde
dienst.
Mevrouw zou weleens graag naar een Tuincentrum willen
omdat de pracht van de
Natuur een zekere troost betekende voor haar.
Dat ik Algemeen Beschaafd Nederlands spreek en dat ik
nooit getrouwd ben
geweest en niet samenwoon met mijn beste vriend
betekenen meteen al een
gigantisch brevet van onvermogen dan wel van vermogen,
een forse
diskwalificatie want zoiets is wel heel excentriek en
gaat er niet in bij de
Goegemeente.
Nadat ik mezelf met deze mededelingen dus
"verdacht" had gemaakt, leek er
niet veel kans nog te worden aangenomen. En inderdaad
belde mevrouw kort na
ons gesprek: zij had een oude buurvrouw ontmoet die wel
met haar mee wilde
gaan.
|