Flierefluiten
op de Baden Powelllaan
Ook Tilburg kan een allure van grootstedelijkheid
bezitten in haar
buitenwijken en ook in Tilburg kan men gelukkig zijn.
Het kan fijn zijn te
struinen door de herfstbladeren op de Baden Powelllaan
of de eerste merel
van de lente, die zo kwetsbaar en ontroerend zijn lied
ten hemel zendt en
die zich ergens achter de krakkemikkige bouwsels van het
Paletplein
schuilhoudt, te beluisteren.
Daar zijn ook hoge flatgebouwen met grijs-witte of
pastelblauwe muren en
zwarte, anonieme vensters waarachter het onbekende leven
geleefd wordt. En
bij de bushalte, die de chauffeurs van "Veolia"
aandoen zoals de bijen de
bonte bloemen in een welvoorziene tuin, kun je meestal
wel babbelen met een
welwillende vijftigplusser die onbeschroomd zijn wel en
wee prijsgeeft en je
een prettige dag wenst.
Ook in Tilburg kan men gelukkig zijn, zoals men
ongelukkig kan zijn op het
Spui of op het Rokin, in de Randstedelijke metropolen,
die mijn geboortestad
zozeer in alles lijken te overvleugelen.
|