Als
het nog meevalt op de longfunctie-afdeling
Men hoeft gelukkig meestal niet af te wachten dat men op
de afdeling
Longfunctie van het St. Elisabeth-Ziekenhuis
gevierendeeld wordt of de
duimschroeven krijgt aangelegd. Er zijn
onderzoeksafdelingen van hetzelfde
medisch bolwerk die bezocht worden door ongelukkigen en
gedupeerden voor wie
de gang daar naar toe welhaast tot een gewoonte is
geworden en voor wie het
minder vanzelfsprekend is dat men er ongeschonden vanaf
komt. Zijn laatste
adem hoeft men dus doorgaans op de longafdeling niet uit
te blazen maar men
wordt wel verzocht te ademen door plastic slangen die
gekoppeld zijn aan
computerschermen waarop men het resultaat van zijn
inspanningen kan aflezen,
dat weergegeven wordt in keurige curves en grafieken.
Als het goed is ziet
men dan even later zijn vlekkeloos schone longen
afgebeeld op de röntgenfoto
achter het bureau van de longarts, in grijstinten, als
twee langwerpige
kwabben waar de witte strepen van de ribben doorheen
schemeren en als het
ware in tweeën gedeeld door de slokdarm, die, verticaal
en eveneens wit,
haar weg naar de maag zoekt.
Het is moeilijk te begrijpen hoe men de arts geleerd
heeft (in de cursus
communicatieve vaardigheden?) op de universiteit mensen
op een dergelijke
manier af te schepen als mij ten deel valt, maar
anderzijds rinkelt
voortdurend zijn telefoon en vang ik woorden op als
"tumor" en "obstructie".
Gelukkigerwijs mag ik met een gunstiger diagnose het
"medisch bolwerk"
verlaten.
|