Acrobatische
toeren en "Medische Muesli" in het St. E.
Ziekenhuis te Tilburg
In de tijd dat de "voetbalgekte" de wereld
overspoelde en je ook in Tilburg
her en der personen met hoge oranje hoeden kon
signaleren en toen hier en
daar tussen de huizen de oranje vlaggetjes wapperden,
werd appèl voor mij
geblazen en moest ik opdraven voor een maagonderzoek in
het St.E.
Ziekenhuis.
Ik ben ruim op tijd aanwezig op de geheel vernieuwde Röntgenafdeling
waar ik
plaatsneem op een bank met prachtige skai of plastic
lichtblauwe bekleding.
Een gedeelte van de wachtkamer is afgeschermd door een
elegante glazen of
kunststof balustrade en op de wand prijken afbeeldingen
van als het ware
uitvergrote rode en donkerblauwe rozen met aan de
buitenste van de
ineengestrengelde bladeren een enkele dauwdruppel (Zal
dit tafereel het
humeur van de wachtenden op kunnen fleuren?)
Hoe dit ook zij, zij worden een voor een opgeroepen de
kleine kleedkamertjes
aan de gang binnen te gaan en komen daaruit na korte of
langere tijd weer te
voorschijn, al dan niet met verbeten mond of met tranen
in de ogen.
Als het mijn beurt is kleed ik me om in een soort
lichtgroene jurk en houd
daaronder mijn zwarte kniekousen aan. Deze
"uitrusting" moet wel een
potsierlijke indruk maken en ik mompel bij binnenkomst
in de
onderzoekskamer: "Hier is het spook van de
opera", maar te zacht om te
worden verstaan en van hilariteit is hoe dan ook geen
sprake bij de knorrige
arts, die het onderzoek vandaag voor het eerst schijnt
uit te voeren of bij
zijn assistentes, ook niet als ik na het inslikken van
een soort "medische
muesli" en een melkachtige vloeistof, eveneens voor
medische doeleinden
ontworpen, in de lichtgroene "jurk" en met de
zwarte kniekousen aan in
allerlei standen en onmogelijke houdingen moet
plaatsnemen op een bed, dat
als het ware "omarmd" wordt door de röntgenapparatuur,
die boven mijn hoofd
en naast mijn lichaam heen en weer beweegt en
rondcirkelt om alles goed in
kaart te brengen.
De arts die de "voorstelling" ergens achter
een glazen wand "regisseert"
vraagt mij op gezette tijden de "melk" waarvan
ik een grote slok heb moeten
nemen door te slikken en mijn adem in te houden. Alles
moet precies op het
juiste moment gebeuren aangezien de vloeistof anders
niet te bestemder
plaatse is hetgeen een mislukking van het onderzoek
betekent. Ik vraag me af
wat het verschil is tussen magen onderzoeken, beton
storten en heggen
snoeien.
Na afloop geef ik de humeurige medicus toch maar een
hand. Hij heeft aan mij
mijns inziens een willig en voorbeeldig onderzoeksobject
gehad en kan zijn
bankafschrift met optimisme tegemoetzien.
Ik mag mijn huisarts twee dagen later bellen. Als ik om
half elf bel hoor ik
eerst de melodie van "Eine kleine Nachtmusik",
vervormd tot een
nietszeggende riedel voor telefonische doeleinden. Dan
de stem van de
assistente: "De uitslag is inderdaad binnen, maar
belt u om half twee terug,
de dokter heeft het nog niet bekeken" Om half twee:
weer de "Nachtmusik" en
dan de stem van de arts: "U heeft een kleine
maagbreuk" Alea jacta est: daar
kan ik het mee doen.
|