Zwart
Afrika in Tilburg
Niemand
is vandaag de dag nog verrast of verbaasd rechtstreeks
geconfronteerd te worden met de binnenlanden van Ethiopië,
Somalië of Nigeria, in de personen van zijn allochtone
medemensen. Hun dicht ingeplante wimpers overschaduwen
en overwelven hun zwarte of mokkabruine ogen als een zonnescherm
op een zomerse dag en hun brede lippen onthullen het
streng geordende regiment van hun parelwitte tanden. Hun
hoofden worden gesierd door wollig, warrig kroeshaar,
doorweven met kleurrijke kralen of door het lange
ravenzwarte haar van de staarten die, ineengestrengeld,
tot hun middel reiken.
Mijn
stadgenoten beschermen het nest van hun autochtone
gemeenschap en gewoonten, als vogelouders die de
roofzuchtige adelaar vrezen, maar er is geen reden voor
angst.
Hetzelfde
bloed vloeit de zwarten door de aderen als het onze, ook
zij kennen de bergtoppen van het geluk en de ravijnen
van de wanhoop, zij zijn zoals alle mensen geen engelen
en geen beesten, maar bevinden zich in het
"schemergebied" tussen deze uitersten.
Het gaat
niet aan hen met determinerende blik, hardvochtig
oordeel en vernietigend wantrouwen uit te sluiten van de
wereld waarvan wij allen kinderen zijn, buiten te
sluiten van onze gedeelde medemenselijkheid.
|