Een
mislukte ontmoeting?
Na de grote hitte is augustus koel en mild. Een helder
licht koestert de
aarde en liefkoost haar. De rode, roze en oranje rozen
bloeien nog steeds.
Op het terras van Café-Restaurant "De Moerse
Hoeve" is het op vrijdagavond
een drukke bedoening en als ik er die avond plaatsneem
valt mijn oog op een
ouder echtpaar dat een plaatsje gevonden heeft in de
rieten stoelen die de
glazen tafeltjes omringen: mevrouw heeft de bloei van
haar jeugd ver achter
zich gelaten en bedient zich van een rollator en trekt
af en toe, alsof het
zo hoort, aan een sigaret; een ander gezelschap,
bestaande uit twee nog
jonge heren en een dame eet en drinkt naar hartenlust;
men lacht en schertst
en laat eveneens de sigaret niet onberoerd.
Hier heb ik afgesproken met een van de dames die op mijn
advertentie
gereageerd hebben; zij maakt meteen al op het eerste
gezicht door haar
fragiele gestalte de indruk van een rietstengel die
onder de orkaan van het
leven geknakt is.
Haar lange grijze haar overhuift haar voorhoofd en haar
donkere ogen liggen
ingebed tussen wallen van vlees.
Nadat het vertrouwen tussen ons enigszins gegroeid is
bekent ze me dat ze na
een negenjarige therapie nog steeds veelvuldig haar
handen wast en haar huis
schoonmaakt en gedurende de rest van de tijd meestal op
bed ligt.
Ze is haast dodelijk beangstigd door een klein vleugje
sigarettenrook dat
onze richting uitdrijft vanaf het tafeltje naast het
onze en dat toch
vanzelfsprekend meteen al vervluchtigen moet onder de
wijde augustushemel.
Ik had gehoopt met haar Heidelberg nog eens te zien en
Rome, Praag en
Parijs, maar dit plan lijkt me bij eerste kennismaking
volledig
onuitvoerbaar.
Na mijn thuiskomst volgt de teleurstellende telefonische
mededeling aan haar
adres: "Het spijt me, maar ik kan je vriendin niet
worden".
|