Nooit
meer yoga (de torsie was niet haalbaar meer)
De "bewegingsruimte" is een halfcirkelvormig
lokaal in het Wijkcentrum.
Enkele jaren geleden heeft de voormalige kerk een
metamorfose ondergaan en
is hij verbouwd. De schitterende, langwerpige, verticale
ramen van het
yogalokaal, die de gestalten van heiligen uitbeelden
zijn bewaard gebleven
en vormen een herinnering aan het eens religieuze
karakter van het gebouw.
De avondlijke, nachtblauwe hemel valt erdoor naar binnen
en verleent het
geheel een haast mystieke sfeer.
De yogaleraar is een kleine, zwarte, lenige man, gehuld
in een witte
pantalon en een maïsmeel T-shirt.
De jonge meiden, gekleed in toepasselijke zwarte,
strakzittende kleding,
staan eveneens in een halve cirkel opgesteld, ieder door
Moeder Natuur
uitgevoerd met eigen charmes, eigen bekoorlijkheden en
de leraar kan zijn
blikken naar hartenlust laten dwalen over dit tafereel.
Bedachtzaam, rustig
en bezonnen, kennelijk geheel in overeenstemming met
zijn (oosterse?)
levensopvatting, legt hij uit hoe de oefeningen
uitgevoerd dienen te worden.
Als senior en nieuweling te midden van dit gezelschap
word ik met egards
behandeld, mogelijk ook uit een oogpunt van
klantenwerving.
Het wringt bij mij van binnen bij de torsies en
buigingen; ongetwijfeld is
het de eerder geconstateerde maagbreuk die opspeelt.
We overleggen. Aanvankelijk lijkt het de leraar nog wel
mogelijk, door
variaties en alternatieve mogelijkheden te verzinnen ook
voor mij de toch zo
heilzame werking van de Hatha-yoga toegankelijk te maken
en mij een plaats
toe te kennen te midden van het bovengenoemde
gezelschap, maar tenslotte als
al de houdingen moeilijkheden opleveren, verklaart hij
dat de lasten de
lusten te niet zullen doen en adviseert hij mij maar af
te zien van verdere
deelname
Dus zal ik in de toekomst het koele, klotsende water van
Zwembad
"Stappegoor" dat mijn lichaam als een
vloeibare mantel omsluit, prefereren
boven de bochten en kronkels die de Hatha-yoga
voorschrijft.
Het was wel jammer van de vriendelijke en vredelievende
man die mij zozeer
ter wille was, afscheid te moeten nemen....
|