INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST

Print deze Pagina

 

 

Het crematorium revisited

Het was september. De zon was nog warm en zette nog kracht bij. Een moeder
moest voorgoed afscheid nemen. Mijn vriendin had gezegd dat ik na de dienst
in de kapel moest uitzien naar een mevrouw met een forse huidkwaal in het
gezicht.
Een dergelijke kwaal heeft wellicht als enig voordeel een onontkoombaar
herkenningsteken te vormen, als een baken in de nacht, als een vuurtoren die
haar stralen in de rondte zendt, een teken dat weinigen in de grauwe massa
bij zich dragen, hoewel allen in feite ook uniek en uitzonderlijk zijn.
De dame met het vuurrode gezicht zou me naar het Crematorium brengen waar de
uitvaartplechtigheden zouden worden voortgezet. Na het "In paradiso
deducant...." dat mijn tranen deed rollen als zelden voorheen, keek ik uit
naar genoemde mevrouw en kon inderdaad moeilijk aan haar voorbijzien. Haar
hele gezicht en haar handen waren op een uitzonderlijke manier overwoekerd
door een gemene huidziekte, waartegen, zoals later uit ons gesprek bleek,
nooit enig kruid gewassen was geweest.
In de auto debiteerde een derde mevrouw, slechts in staat tot uiterst
wankele gevoelens van vriendschap, voortdurend haar favoriete onderwerp:
zichzelf, en raakte hier niet over uitgepraat. Haar minieme intelligentie
viel onmiddellijk te destilleren uit het eerste woord dat van haar lippen
kwam. Ze ontkleedde zich als het ware geestelijk door meteen maar ten
opzichte van de wildvreemde personen die wij toch voor haar waren, de meest
intieme details uit haar liefdesleven te onthullen.
In de drukbezochte aula van het Crematorium namen broers, zussen, zwagers,
schoonzussen, kleinkinderen en vele anderen voorgoed afscheid van een voor
hen, en niet slechts voor hen alleen legendarische moeder en hun tranen
rolden. Ze memoreerden de moeder in vertederde, liefkozende bewoordingen en
velen brachten een laatste groet.