INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST

Print deze Pagina

 

 

De ring

Het toeval wilde die dag dat ik op de zitplaats bij de bushalte die ik
altijd bezette als ik terugkwam van mijn vriend een ring aantrof; hij lag
daar min of meer onopvallend maar zijn aanwezigheid kon me toch niet
ontgaan. Hij bleek bezet te zijn met een guirlande van kleine, schitterende
lichtpaarse steentjes. Door wie was hij daar neergelegd, door een andere
wanhopige zoals ik die eveneens gegeseld werd door de zweepslag van een
onbeantwoorde, onmogelijke en ongelukkige liefde en die tenslotte maar het
laatste kennelijke en klaarblijkelijke "bewijsstuk" van de liefdesband, de
laatste materiƫle tekenen van zijn relatie in wanhoop af had willen leggen; letterlijk naast zich neer had willen leggen?
Volgens de algemene morele en juridische voorschriften dient de "gelukkige
vinder" aangifte te doen van zijn vondst bij de Politie, maar ik zou een
ander besluit nemen. (In de binnenstad van Den Bosch bevindt zich een oud
pand waar men graag bereid is de waarde te bepalen van de erfstukken,
kostbaarheden en van wat men verder daar aandraagt, maar bij de lommerd of
bij de veiling zou men waarschijnlijk weinig belangstelling hebben voor het
kleinood, de wonderlijke ring die mij door het lot geschonken werd; een
armzalig vervangingsmiddel voor de liefde, de vriendschap of de welstand die
het leven mij niet bood).
Ik bewaar de ring daarom in een chique doosje op een ondergrond van watten
in de lade van een ladenkastje, als een herinnering aan de morgen waarop ik
haar aantrof toen ik op het bankje bij de bushalte zat, verzonken in liefdesverdriet en in de meest droevige mijmeringen.....