INHOUD BROECKX
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST

Print deze Pagina

 

 

Lof aan het Genie!

Mijn hernieuwde bezoek aan de Concertzaal vindt plaats op een regenachtige
zaterdagavond.
Jongens en meisjes in apenpakken, de glimlach als vastgevroren op het
gezicht, amateur-acteurs en -actrices, wijzen de concertgangers de weg door
de labyrinten van de concertzaal, over de trappen naar de hoge balkons,
vanwaar men uitziet over de zaal, die overkoepeld wordt door het kunstig
vervaardigde plafond met de neonbuizen met roze, gele, groene en blauwe
verlichting, kris-kras aangebracht, en men neemt plaats, rij na rij in
afwachting van wat op het podium plaats zal gaan vinden.
Even later betreden de musici haast aarzelend dit podium en zij zetten de
instrumenten haast aarzelend alvast aan de lippen of zij beroeren de violen
en de contrabassen even met de strijkstok, in een laatste "try-out" vóór de
onverbiddelijke eisen van de uitvoering, die geen fouten zal toestaan. Zij
zijn gekleed in de traditionele zwarte kledij, met witte bef, als pinguÏns,
gecompleteerd door glanzende lakschoenen en de dames dragen pumps onder hun
eveneens zwarte outfit.
Het orkest is nu voltallig en de solist betreedt het podium: hij is een
beroemd bassetklarinettist.
Spoedig zullen de klanken ten hemel stijgen, de zaal vervullen en hart en
ziel beroeren van de aanwezigen, die nu verstomd zijn na hun aanvankelijke
geroezemoes.
In de pauzes van zijn spel voert de solist het orkest met weidse, elegante
en gracieuze gebaren naar de hoogtepunten van de partituur die mijn hart,
dat zolang gezwegen heeft om onbekende redenen, doen beven en trillen in
mij; gevoelens komen tot leven waarvan ik het bestaan niet meer had vermoed;
ik word meegevoerd met de klanken naar een haast goddelijke wereld, een
universum dat het banale, het platvloerse, het verdrietige, het
verschrikkelijke ver achter zich laat en mateloos overstijgt.
Het publiek luistert eendrachtig alsof de muziek gelijkelijk hart en ziel
aanspreekt, alsof onenigheden en ruzies niet meer bestaan; geen
bestaansrecht meer hebben. De zaal buigt zich gefascineerd voor het genie
van Mozart.
Na de pauze weerklinkt een blazersserenade die mij minder bekoort, toch
onverwachte melodieuze passages kent, maar die onmiskenbaar dezelfde
muzikale handtekening; hetzelfde muzikale accent draagt.
Na afloop noodt de dirigent zijn musici met een handgebaar tot opstaan en
een applaus barst los.

Het Genie leeft, ruim twee eeuwen na zijn vroegtijdige dood en het Genie van
Mozart zal voortleven.....


.