Het jonge kapstertje, dat
zelf getooid was met aandoenlijke, kinderlijke
staartjes, die boven op haar hoofd parmantig waren
samengebonden door kleurige frutsels, deed haar best om
mijn onwillige haardos te fatsoeneren en te
disciplineren en een fantastisch nieuw kapsel te
creëren.
Mijn armzalige haar dat
heel zijn vroegere glorie verloren had en dat in grijze
plukjes tegen mijn schedel lag, werd pijnlijk
vastgeklemd in de houdgreep van de krultang bij de
poging van het meisje er nog iets van te maken. Het was
tijd voor een koerscorrectie, want ik was vertwijfeld
door mijn spiegelbeeld dat hoe langer hoe meer op een
drastisch verouderde vogelverschrikker ging lijken.
"Dat gaat verkeerd, dat
kan zo niet, föhnt u er eens op een andere manier
doorheen!" riep ik uit.
De kapsalon is in rep en
roer. Andere klanten, belust op sensatie, werpen
nieuwsgierige blikken in de richting van het tafereel.
De hoogste baas komt
erbij. Het mislukte kapsel wordt pro forma en
provisorisch nog wat bijgepunt en geföhnd. Het
kapstertje vlucht huilend naar een achterkamertje, waar
zij getroost wordt door het overige personeel.
Ik had de lessen van de
assertiviteitscursus goed ter harte genomen en in de
praktijk gebracht, doch betreurde het dat ik mij
ontpopte als een bruut, geheel in tegenstelling met mijn
werkelijke karakter, dat toch naar mijn mening
hoofdzakelijk zachte trekken bezit.